Coppock scoort opnieuw

In mei 2009 sprong de Coppock-indicator, die aangeeft wanneer de rouwperiode op de beurs is afgesloten, op groen. Een jaar later noteert de AEX 30% hoger. Opnieuw een betrouwbaar koopsignaal dus. Is het koopsignaal nog steeds geldig? Bijgaande grafiek toont het Coppock-koopsignaal dat in mei 2009 voor de AEX-index is gegeven. Sinds 1990 genereerde de Coppock-indicator slechts vier koopsignalen, waarvan in mei 2009 de laatste.

De Coppock-indicator genereert koopsignalen wanneer de ‘rouwperiode’ voorbij is. Dit zegt dus echter niets over nieuwe ‘sterfgevallen’ die zich voordoen. De Coppock-indicator werd ontwikkeld door de Amerikaanse econoom Edwin Coppock. Barron’s Magazine bracht deze indicator in 1962 voor het eerst onder de aandacht. Coppock meende dat het crashen van de aandelenmarkt vergeleken kan worden met een sterfgeval. Evenals bij een sterfgeval, wordt een bear market gevolgd door een periode van ‘rouw’.

Coppock raadpleegde zelfs kerkelijke instanties om helder te krijgen hoeveel tijd een rouwproces doorgaans in beslag neemt. Coppock concludeerde dat een rouwperiode circa 11 tot 14 maanden duurde. Deze bevinding verwerkte hij in zijn formules: hij maakte onder meer gebruik van de zogenoemde ROC (rate of change) van 11 en 14 maanden. Zie http://www.telegraaf.nl/dft/goeroes/gast/article5130446.ece

Het signaal in 1991 (bij een stand van de AEX op 116 punten) resulteerde in een stijging die aanhield tot het jaar 2000 (stand 700 punten). Begin 2002 werd een signaal afgegeven dat bij uitzondering slechts enkele maanden leidde tot een hogere beurs. Toch werd in 2003 (stand 291 punten) opnieuw een koopsignaal gegenereerd. Dit signaal was goed voor een stijging tot de top in 2007 (stand 560 punten). De Coppock-indicator blijkt een betrouwbare lange termijn indicator en is uitstekend toe te passen voor beleggers die niet te kort op de bal willen spelen.

Antwoord op de vraag of het signaal nog steeds geldt, is niet eenvoudig te geven. Wel kunnen we vaststellen dat het snelste gemiddelde (de zwarte lijn onder de grafiek) van de twee de traagste (de rode lijn) weer neerwaarts heeft gekruist, waaruit blijkt dat de stemming op Beursplein 5 duidelijk minder positief is geworden. Dat dit geen garantie is voor een daling, blijkt bijvoorbeeld uit het neerwaarts kruisen van de indicator in mei 2004. Wel geeft het aan, dat het enthousiasme na de stijging sinds maart 2009 wegebt. Gezien de voortrazende schuldencrisis in Europa is dat overigens ook geen wonder.

Ook wanneer we kijken naar de waarschuwing die we in december op deze plaats gaven, komt het afnemende enthousiasme niet als een grote verrassing. De decenniumcyclus verschijnt als patroon op de effectenbeurs van de VS. Volgens deze cyclus worden marktbodems gevormd in een jaar eindigend met een 2, waarna de koersen progressief toenemen tot een piek in een jaar dat eindigt op een 6 of 7 waarna een crisis en een ineenstorting van de koersen volgt. Jaren eindigend op 7 en 0 zijn duidelijk ‘underperformers’. Zie de column op http://www.telegraaf.nl/dft/goeroes/harmvanwijk/article5626995.ece

Nu is het jaar nog niet om, maar de combinatie van de decenniumcyclus met het neerwaarts kruisen van de Coppock-indicator tempert ons enthousiasme.

Het sentiment op de mondiale beurzen is sinds eind april sterk verslechterd. De AEX-index staat hierin niet alleen, zodat we tevens kunnen vaststellen dat de daling breed wordt gedragen. De Amsterdamse hoofdgraadmeter probeert echter de dalende trend te verlaten. Dalingen bleven de afgelopen maand binnen de perken en bleken zelfs uitstekende instapmomenten. Een stapje terug behoort altijd tot de mogelijkheden. Daarbij geldt: zolang de vorige bodem intact blijft, is er weinig aan de hand. Samenvattend kunnen we stellen dat alertheid nog steeds is geboden, maar er is zeker geen reden om de handdoek in de ring te gooien. Bovendien kan door actief beleggen toch een mooi resultaat worden behaald.

Harm van Wijk, BeursBulletin.nl