Dalende wigs zeldzamer dan stijgende

Een wig is een vrij betrouwbaar koerspatroon en lijkt sterk op een wimpel. Dit patroon wordt echter in slechts een tot drie weken gevormd, terwijl een wigpatroon tussen de drie weken en vier maanden duurt. Er is nog een belangrijk verschil. Waar een wimpel altijd op een continuering van de trend duidt, is dat bij slechts tweederde van de wiggen het geval.

Algemeen kan worden gesteld dat een stijgende wig een bearish signaal is en dus wijst op een aanstaande koersdaling. Meestal kom je een stijgende wig tegen bij een dalende trend, maar dat is dus geen wet van Meden en Perzen. Hetzelfde geldt voor een dalende wig, die dus te beschouwen is als een bullish signaal.

Stijgende wig

Laten we eerst de stijgende wig nader onder de loep nemen. Een allereerste gedacht is dat een dergelijk patroon op koopkracht wijst en dat klopt inderdaad. De opwaartse stuwing wordt echter steeds kleiner, gezien de twee converterende lijnen van de wig: een steeds kleiner wordende kopersgroep zorgt voor de oplopende prijzen. De wig moet zowel aan de onderkant als aan de bovenkant minimaal drie raakpunten hebben.

Volgens de Encyclopedia of Chart Patterns van Thomas Bulkowski vindt na uitbraak van de wig gemiddeld een daling van 15-19% plaats. Het wigpatroon wint aan betrouwbaarheid indien deze bij afnemende volumes gevormd wordt. De uitbraak gaat gewoonlijk met geringe volumes gepaard. Het minimale koersdoel is het laagste niveau van de formatie en wordt bij 61% van de uitbraken gehaald. Verder blijkt dat na een uitbraak slechts zelden een pullback plaatsvindt en daarmee onderscheidt de stijgende wig zich van vele andere koerspatronen.

Een voorbeeld van een stijgende wig is te zien in de grafiek van Heijmans. Na een stevige terugval eind maart 2004 ontstond een patroon van hogere toppen en bodems. De bodems liepen daarbij veel steiler omhoog dan de toppen, wat op een stijgende wig wijst. Dat de uitbraak gepaard ging met een gap, maakte deze extra betrouwbaar. Reeds twee dagen na de uitbraak werd het koersdoel van € 18,75 bereikt.

Dalende wig

In tegenstelling tot een stijgende wig komt een dalende wig maar zelden voor. De betrouwbaarheid is echter groter, zeker als het volume ten tijde van de formatie afneemt. Onderzoek van Bulkowski wijst bovendien uit dat de krachtigste uitbraken plaatsvinden indien het patroon zich voor 50 tot 80% heeft gevormd. Het minimale koersdoel is de hoogste koers die in de formatie bereikt werd en wordt bij 81% van de uitbraken bereikt. Mocht de koers direct na de uitbraak al flink gestegen zijn, dan moet overwogen worden om de aankoop uit te stellen. Bij ongeveer de helft van de dalende wiggen treedt namelijk een zogenaamde throwback op.

Een mooi voorbeeld van een wig toont de koersgrafiek van Air France. In november 2002 zette zich vanaf een koers van ruim € 13 een daling in. Ruim een maand later kwam deze op circa € 9 tot stilstand, waarna de koers wat opkrabbelde. Eind januari 2003 werd een nieuwe bodem neergezet en na opnieuw te zijn opgeveerd, zette de koers half maart een definitief dieptepunt in. Het herstel dat optrad, leidde tot een uitbraak. Wie hierop handelde, kon een fraaie winst binnenslepen. Reeds in mei werd het koersdoel van € 10,20 bereikt en vier maanden later stond de koers zelfs zo’n 50% boven het uitbraakniveau.

Johan Wiering