De beurs en China

Voor het eerst wist de Chinese beurs geschiedenis te schrijven door de rest van de internationale financiële markten in haar plotselinge val van 10% mee te sleuren. Tot op heden toe deed de Chinese beurs er nog niet zo veel toe, ondanks het feit dat de groei van de economie in omvang landen als Japan en Duitsland naar de kroon begint te steken. Dus China is intussen wel degelijk een (economische) grootmacht geworden om rekening mee te houden.

Chinese beursballon

Op zich was het de hoogste tijd dat er eens een gaatje werd geprikt in de Chinese beursballon. Immers, een economische groei van ruim 10% (officieuze ramingen liggen zelfs op minstens de helft hoger) is nog geen reden om de beurskoersen in één jaar met meer dan 100% te doen stijgen. Volgens de Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs, die grote belangen heeft in China, is deze beurs zeker met 30% overgewaardeerd. In ieder geval is de daling niet meer dan een gezonde reactie hierop, ingegeven door de centrale bank die paal en perk wil stellen aan de kredietexpansie om oververhitting te voorkomen.

Kettingreactie

Een wereldwijde kettingreactie vaagde in enkele dagen tijd alle winst van dit jaar weg met als echte boosdoener het zogenaamd terugdraaien van Japanse yen carry trades. Bij deze carry trade worden goedkope laagrentende yens geleend om te worden geconverteerd in hoger renderende beleggingen zoals aandelen, goud- en grondstoffenfutures. Yens worden geleend en verkocht terwijl dollars worden gekocht. Met name hedge funds gingen zich hieraan wederom te buiten. In mei vorig jaar was het de rentevrees die eenzelfde schrikreactie teweeg bracht, nu kwam het ‘startschot’ uit China. Wederom buitelden de hedge funds over elkaar heen om zo snel mogelijk hun risicovolle posities af te bouwen. De ezel stootte zich nu voor de tweede maal aan dezelfde steen en hij zocht wederom dekking in staatsobligaties waardoor de lange rente weer begon te dalen.

Oorzaken

Een gevolg heeft veelal meer dan één oorzaak. Zo werd bijna tegelijkertijd een uitspraak van voormalige Fed-president Greenspan breed uitgemeten, waarin hij hintte op een groeivertraging in Amerika later dit jaar. Deze uitspraak werd vervolgens weer afgezwakt en min of meer geneutraliseerd door de Fed. Een paar minder fraaie macrocijfers kwam het negatieve sentiment op de effectenbeurzen ook niet ten goede.

Fundamenteel

Tegenover tegenvallende Amerikaanse macrocijfers, hoge energiekosten, een negatieve spaarquote en een steeds stijgende schuldenberg staan een stabiele inflatie, een stijgende productiviteit, een uitzonderlijk innovatievermogen en een robuuste veerkracht naast een langdurig aanhoudend hoge economische groei in Azië. Fundamenteel is er in feite niets veranderd. Nu is het wachten op de bodemvorming. Pas wanneer het bodemniveau voor de tweede maal is aangetikt treedt er doorgaans stabilisering in. Je zou er van uit kunnen gaan, dat het leuke carry trade spelletje nu wel een gepasseerd station zal zijn. Dit is trouwens redelijk goed te volgen door de yen-dollar pair in de gaten te blijven houden.

Wijs geworden door deze ervaring zouden de grote instituten er beter aan doen van nu af niet langer ‘ge-yend’ te beleggen! Het mag in eerste instantie lijken dat het minder oplevert maar je loopt vervolgens dit grote liquidatierisico niet. Beleggers willen net als andere mensen altijd meer! Echter, sinds de wederopbouwfase na de Tweede Wereldoorlog heeft er zich geen ‘Wirtschafswunder’ met dergelijke beleggingskansen meer voorgedaan. De opkomst van Azië met landen als China en India, die samen meer dan een derde van de wereldbevolking vormen, hebben tot bijna in lengte van jaren een enorm economisch potentieel. De gestegen en continu stijgende grondstoffenvraag is hiervan het zichtbare bewijs. Beleggers hebben dus keuze genoeg.

Onomkeerbaar proces

Met ruim 20% van de wereldbevolking is de Chinese regering beducht voor sociale onrust en wordt de groei middels de onvolprezen communistische vijfjarenplannen blijvend aan- en bijgestuurd. Daartoe is het Chinese Volkscongres nu weer bijeen om deze plannen goed te keuren. De Chinese groeicurve met die van India in het kielzog is ongeëvenaard. Dit proces, waarvoor de blauwdruk is gelegd door voormalig partijleider Deng Xiau Ping, is nu al bijna 20 jaar gaande en is absoluut niet meer terug te draaien. De groei in Azië zal het grootste economisch fenomeen van deze eeuw blijken te zijn.

Kracht van China

Om een goed beeld te krijgen van China zijn in de tabel de belangrijkste kerncijfers ten opzichte van de Verenigde Staten weergegeven. Daarnaast moet worden opgemerkt dat de lage loonkosten en het gigantische arbeidsarsenaal in China van dit land een economisch citadel maken. Naar verwachting zullen er de komende 15 jaar gemiddeld 20 miljoen Chinezen jaarlijks naar de meer dan 100 (!) miljoenensteden trekken. Ook ligt de Chinese consumptie nog slechts op 55% van de nationale productie.

Naast de bescheiden goudvoorraad is de gigantische milieuvervuiling een zwak punt in de Chinese economie. Deze vervuiling slokt maar liefst 10% van de groei op. Daarnaast heeft het land te kampen met corruptie op nagenoeg alle niveaus van de samenleving, hetgeen een euvel is dat overigens voor geheel Azië geldt.

China versus Verenigde Staten

Blijvende invloed op de grondstoffenmarkt

Met de voortschrijdende industrialisatie, bouw en uitbouw van de infrastructuur zal de vraag naar grondstoffen onverkort blijven toenemen. Zo koopt China thans bijvoorbeeld 9% van de wereldolie productie op (een stijging van 17% op jaarbasis), meer dan 25% van alle aluminium, 30% van de wereldstaal en 40% van ’s werelds cement. Daarbij dient men ook te bedenken dat de bevolking, ondanks de één kind per gezin-‘fixus’, in kwantiteit onverminderd blijft doorgroeien. In dit kader is India onbesproken gebleven. Met een jaarlijkse economische groei van circa 7% en een bevolking van 1,1 miljard, waarvan 80% jonger is dan 45 jaar, is dit land als vijfde economie eveneens een zeer grote speler geworden.

Gevolgen bij een groeivertraging

Zelfs al zou er in de VS een groeivertraging optreden laat dat een nominale groei in Azië onverlet. Bijvoorbeeld, indien de oliebehoefte in China jaarlijks met 17% stijgt bij een groei van 10% dan zou de oliebehoefte in lijn met een daling van het BBP naar bijvoorbeeld 7% nog steeds toenemen met 10% per jaar. Samengesteld loopt echter ook deze (uitgaande van een constante) groei van 10% van jaar tot jaar vanzelf weer op.

Een eventueel langdurige afkoeling van de Amerikaanse economie zal ongetwijfeld gevolgen hebben voor de groei in Azië. Toch zal dit effect veel geringer blijken te zijn dan thans wordt aangenomen. Het is goed denkbaar dat de vraag naar goedkope goederen juist stijgt bij een dalende koopkracht. De ontwikkelingen in China zijn nagenoeg een kopie van die van Japan na de Tweede Wereldoorlog. Middels een koppeling met de dollar werd de nadruk op export gelegd vooral richting de VS. Daarna volgde pas de binnenlandse vraag. De export behelst niet alleen puur Chinese producten maar ook producten van westerse bedrijven, die hun productie aldaar hebben uitbesteed.

Beleggershorizon

Wat betekent een en ander voor de belegger hier te lande? Wel, dat we geen schroom dienen te hebben om te anticiperen op dit enorme beleggingsperspectief. Gegeven de bovenstaande punten zal China een enorm aanzuigende werking op de wereldeconomie blijven houden. Aan deze cyclus komt pas een einde wanneer Azië ons peil begint te naderen. Deze ‘verzadigingsfase’ zal evenwel nog vele jaren vergen!

Robert Broncel, Score Investments

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.