De E7: Indonesië en Mexico

Er zijn tegenwoordig tal van mogelijkheden om te beleggen in opkomende markten. In de zogeheten ‘BRIC-landen’ bijvoorbeeld, namelijk Brazilië, Rusland, India en China. Wanneer we aan deze vier landen Turkije, Indonesië en Mexico toevoegen, spreken we van de ‘E7’, de zeven grootste ‘Emerging Markets’. Verwacht wordt dat de E7-landen in 2050 gezamenlijk 25% groter zullen zijn dan de G7, ‘s werelds grootste geïndustrialiseerde landen. We nemen een kijkje onder de motorkap van twee relatief onderbelichte E7-landen: Indonesië en Mexico.

Indonesië

De Aziatische regio staat al geruime tijd volop in de belangstelling, voornamelijk dankzij de opkomst van China en het opzienbarende herstel van Japan. Daarvan profiteren andere, omringende landen natuurlijk ook en Indonesië is een van die landen. Dit wordt duidelijk uit de ABN AMRO Indonesia Index, die is samengesteld uit 30 vooraanstaande, in Indonesië opererende bedrijven. Deze index is in de afgelopen drie jaar met bijna 200% in waarde gestegen.

Roerige jaren

Indonesië heeft roerige jaren achter de rug. Na de Azië-crisis in 1997 en 1998 kreeg de Indonesische archipel te maken met meerdere natuurrampen, waaronder de tsunami in 2004. Ook werd het land, en met name de toeristische sector, getroffen door enkele terroristische aanslagen. Op politiek gebied was er eveneens de nodige turbulentie. Nadat president Soeharto in 1998 ten val kwam, kende Indonesië meerdere presidenten. In 2004 koos de bevolking, voor het eerst via directe verkiezingen, Yudhoyono. Hij is de strijd aangegaan met de wijdverbreide corruptie en voerde maatregelen door zoals het afschaffen van de hoge energiesubsidies. Ook worden er hervormingen doorgevoerd in de financiële sector. Daarnaast is de staatsschuld in de afgelopen vijf jaar afgebouwd van 93% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) tot 65%. Onder Yudhoyono is er ook meer politieke stabiliteit gekomen in Indonesië.

Economie

De Indonesische economie is de afgelopen jaren met zo’n 5% gegroeid. Voor de komende jaren worden groeicijfers verwacht van 6 à 7%. Doordat de hoge energiesubsidies zijn afgeschaft, zijn de brandstofprijzen enorm gestegen. Dit heeft tot een hogere inflatie geleid. De inflatie over 2005 bedraagt naar verwachting zo’n 8%. Verwacht mag worden dat de Indonesische overheid maatregelen zal nemen om dit terug te dringen. Energie, in de vorm van olie en (vloeibaar) aardgas, is het belangrijkste exportproduct van het land en maakt een kleine 25% van de totale export uit. Daarnaast exporteert Indonesië grondstoffen als goud, zilver en bauxiet en landbouwproducten als thee, koffie en suiker. De belangrijkste handelspartners zijn Japan, Singapore en de Verenigde Staten. Bijna een kwart van de totale export gaat naar Japan. Indonesië profiteert dan ook van de opleving van de Japanse economie. De binnenlandse consumptie, al jarenlang de motor achter de economische groei, zal door de opgelopen inflatie naar verwachting wat teruglopen. Positief is echter dat de buitenlandse investeringen eindelijk in de lift zitten. In de eerste helft van 2005 stegen deze met 70% en deze trend lijkt door te zetten.

Mexico

Voordat de Azië-crisis ontstond, kampte Mexico vanaf december 1994 met de peso-crisis, ook wel tequila-crisis genoemd. In december ’94 was de koers van de Mexicaanse peso ten opzichte van de Amerikaanse dollar niet meer te handhaven en werd de regering gedwongen deze los te laten. Hierdoor kelderde de waarde van de peso waardoor de Mexicaanse economie in een diepe crisis terechtkwam. Onder meer dankzij forse noodleningen van het IMF is Mexico er weer bovenop gekomen. Momenteel is de Mexicaanse economie na Brazilië de grootste economie van Latijns Amerika. Opvallend is dat bijna 90% van de totale export is bestemd voor de VS. De Mexicaanse handel profiteert flink van de NAFTA, de vrijhandelsovereenkomst die Mexico heeft afgesloten met de VS en Canada. Maar de grote afhankelijkheid van de VS is ook een risico. Een aantrekkende Amerikaanse economie stimuleert de Mexicaanse economie, maar een afkoelende economie in de VS zal ook de Mexicaanse groei onder druk zetten.

Olieprijs

Mexico profiteert de laatste jaren van de hoge olieprijs. Ongeveer een derde van de inkomsten van het land is afkomstig van de olie-export. De voor Mexico zo belangrijke olie-industrie is genationaliseerd en participatie van buitenlandse maatschappijen wordt (nog) niet toegestaan. Hervormingen zouden een stimulans zijn voor de economie. De hoge olieprijs heeft wel voor een toegenomen export gezorgd. Bovendien is de peso sterker geworden.

Verkiezingen

Belangrijk thema zijn de Mexicaanse presidentsverkiezingen in juli van dit jaar. De bewindsperiode van president Vicente Fox, die sinds 2000 aan de macht is, loopt dan op zijn einde. Met de naderende verkiezingen en een sterke oppositie, is de regering Fox beperkt in zijn mogelijkheden te regeren en beslissingen te forceren. In het voordeel van Fox is dat de sociale situatie de afgelopen jaren is verbeterd, onder meer door het bestrijden van de armoede. Hoewel het nog niet duidelijk is welke kant de Mexicaanse kiezer op wil, leert het verleden dat het ontstaan van maatschappelijke onrust in een verkiezingsperiode niet mag worden uitgesloten.

De Mexicaanse beurs

De Bolsa-index is de belangrijkste aandelenindex van Mexico. De Bolsa is de afgelopen drie jaar spectaculair gestegen. In de twaalf maanden van 1 april 2005 tot 31 maart 2006 liet de index een stijging van 50% zien. Daarbij is het belangrijk om op te merken dat de beurs, in tegenstelling tot de Mexicaanse Staat, niet erg afhankelijk is van de olieprijs. De drie grootste bedrijven in de Bolsa-index zijn namelijk telecombedrijf America Movil (weging 19,5%), retailer Wal-Mart de Mexico (11,6%) en bouwconcern Cemex (10,5%). Naast America Movil bevinden zich in de top 10 nog 3 andere telecombedrijven. Ongeveer 6 op de 10 Mexicanen zijn werkzaam in de dienstverlenende sector.

Beleggen in opkomende markten

Een belangrijk kenmerk van opkomende markten is dat zij een in vergelijking met westerse economieën hoge economische groei koppelen aan een relatief lage waardering van de lokale aandelenmarkten. Hierdoor is het opwaarts potentieel van de aandelenkoersen in het betreffende land groter dan in westerse landen. Wel moet u zich realiseren dat beleggen in opkomende markten grotere risico’s met zich meebrengt dan  beleggingen in westerse economieën. Denk bijvoorbeeld aan politieke en wisselkoersrisico’s. De beurzen van de zogeheten E7-landen zijn tegenwoordig eenvoudig bereikbaar met certificaten van ABN AMRO, die dagelijks op Euronext Amsterdam verhandelbaar zijn.

Jean Paul van Oudheusden, ABN AMRO Markets

1 antwoord

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.