De G-20 en de rol van het goud I

De bijeenkomst van de G-20 in Washington, afgelopen weekend, zou het begin van een nieuwe global financial architecture moeten markeren. Basisonderdelen van de agenda waren meer toezicht, meer stabiliteit en stimulering van de economische groei. Zulke crisispunten zijn natuurlijk zonder veel oppositie snel uitgesproken. Waar het op aankomt, is de follow-up, zoals Wereldbankpresident Robert Zoellick benadrukte. Na alle geldinjecties en bancaire garanties zijn centrale bankiers noch politici waar ook ter wereld er tot dusver in geslaagd het vertrouwen in de banken, het vertrouwen tussen banken onderling en het vertrouwen tussen banken en het bedrijfsleven te herstellen. Dat is wel de crux van de global fix!

Uitkomsten bijeenkomst

Verbijsterend mager waren de uitkomsten, die met sugar coating (met een laagje suiker afdekken) en pussy footing (pappen en nat houden) werden aangeduid. Over meer dan de gemoederen rustig houden en symptoombestrijding is officieel niet gesproken. Daar de huidige bizarre financiële situatie om redenen van rust niet het stempel van urgent meekreeg, wordt er eerst op 30 april aanstaande (ruim vijf maanden later) ‘geëvalueerd’. Brown, Sarkozy en aanvankelijk ook Merkel leken bereid om de koe, zij het met handschoenen aan, juist wel bij de horens te willen pakken. Maar ook zij bleken in Washington te ver voor de troepen uit te lopen.

Gevolgen

Nu enige hoeksteeninstituten intussen zijn omgevallen, hoopt men dat het ergste achter de rug is en dat er voldoende tijd is om de schade weer te repareren. Echter, de vraag is kennelijk niet aan de orde geweest of deze binnen het huidige raamwerk wel te repareren is! Was het dan niet veel beter geweest om, hangende deze prangende vraag, die immense koe nu met beide horens aan te pakken? Kennelijk dorst geen enkele politicus dit aan en dreigen we toch af te glijden naar een financieel-economische meltdown.

Instabiele munten

De zwakste schakels -de VS en Japan- kennen de sterkste munt. Is hier naar gekeken? Niet dat wij weten. Normaal gesproken straalt een sterke munt toch een sterke economie uit. Ook hier is sprake van een bubble, als gevolg van allerhande financiële spelletjes waaraan nu een einde zal komen. Er is fundamenteel sprake van internationale financiële wanorde van de hoogste orde. Sinds het loslaten van de koppeling dollar/goud in 1971 en de daaruit ontstane situatie van de zwevende valuta’s hebben de monetaire autoriteiten vrij spel gekregen en konden zij in wezen -om de economie te stimuleren- net zo veel geld bijdrukken als ze wilden.

Mede gegeven de huidige ontwikkelingen zijn eigenlijk alle bankspelregels overboord gezet.

Gevolgen van de ontkoppeling

De koopkracht van de dollar bedraagt nu nog maar 5% van die van 1971! Internationaal opererende bedrijven dienden als gevolg van de zwevende valuta’s hun valutarisico’s voor de zekerheid af te schermen. Een bedrijf als Fokker, dat qua afzet afhankelijk was van het buitenland, lukte dat niet en ging door een sterk dalende dollar onderuit. En zo waren er meerdere bedrijven, zoals in de scheepsbouw.

De zwevende valuta’s in samenhang met de lage rente (met eindeloos veel kapitaal in het circuit) hebben mede aanleiding gegeven tot het bedenken van ‘leuke’ spelletjes, zoals onder andere de yen-carry trade, maar ook tot de ontwikkeling van de derivatenhandel. Volgens de opgave van de Bank of International Settlements (BIS) in Basel bedroeg deze eind juni nog $ 684 biljoen of $ 684.000 miljard. Dat is twaalfmaal het nominale gezamenlijke mondiale bruto binnenlands product. Op dagbasis werd er ruim $ 2,5 biljoen rond de wereld gepompt.

Zoals hypotheekderivaten wereldwijd verkocht werden, kon dat ook met andere rente- of valutaderivaten. Zo is meer dan tweederde van de totale handel in derivaten rentegerelateerd. Dit werd allemaal toegelaten door de toezichthouders, in casu de centrale bankiers. Sterker nog: deze producten werden eerst nog voorzien van een triple-A label. Gold dat ook niet voor de IJslandse banken, die gezamenlijk zes keer het IJslandse bruto binnenlands product in de waagschaal stelden? Bij absentie van een rationeel monetair systeem respondeerden beleggingen op de perversiteit van de ongehinderde geldgroei.

Zolang deze handel en wandel de economische groei niet in de weg stond, was er toch geen gevaar? Alle centrale bankiers aangesloten bij de BIS in Basel waren, getuige de verklaring van dit instituut in oktober 2006, al op de hoogte van de immense risico’s verbonden aan deze handel. Geen van deze bankiers als toezichthouder bij uitstek heeft echter z’n vinger opgestoken! Daarmee is het vertrouwen in het gehele internationale financiële systeem c.q. de monetaire integriteit een doodsteek toegebracht.

De financiering van de oorlog in Vietnam middels de geldpers noopte voormalig president Nixon destijds de dollar van het goud los te koppelen. Zou dat evenwel niet zijn gebeurd dan zouden deze crisis en de hoge inflatie eind jaren ’70/begin ’80 van meer dan 15% nooit mogelijk zijn geweest. Immers, ongelimiteerd draaiende geldpersen kunnen niet anders dan tot uitwassen of bubbles leiden. Dat bleek al in de jaren ’20 in Duitsland.

Meest serieuze remedie overwegingen

De enige afdoende remedie is terugkeer naar een nieuw soort Bretton Woods overeenkomst, waarin harde en duidelijke afspraken worden gemaakt met betrekking tot de vraag hoe om te gaan met ons internationale financiële systeem. Daarin dient een rol voor het goud te zijn weggelegd. Het goud is zo oud als de wereldgeschiedenis en heeft door alle eeuwen heen een primaire rol als ruil- en betaalmiddel vervuld. Bovendien geldt het tot op vandaag als een belangrijke reservepost op de balans van de centrale banken, niettegenstaande de verkopen sinds 2001. De centrale banken van de G-20 bezitten zelfs tweederde van de totale goudreserve. Met de EU en het IMF meegerekend, komen we zelfs op 80%. Dit is 15% van het totaal aan gemijnd goud over de jaren.

Voormalig Fed president Paul Volcker, die de VS in de jaren ’80 uit het inflatiemoeras heeft getrokken, is door president-elect Obama weer van stal gehaald om mogelijke oplossingen aan te dragen voor een nieuwe financiële orde. Als geen ander zal hij aansturen op het stoppen van de symptoombestrijding middels honderden miljarden geldinjecties, bankgaranties en overnames van besmette banken. Als we uit de nu dodelijke omarming van schuldliquidatie en prijsdeflatie willen komen, dan zal er om te beginnen een ander beleid- en besluitvormingsproces moeten komen. Besmette instituten en bedrijven zullen publiekelijk besmet verklaard dienen te worden. Tegelijk zullen financieel (nog) gezonde instituten (banken) en bedrijven met nieuwe innovatieve technologieën en kapitaalinfusies gesteund moeten worden. Volgens Moody’s staat thans 14% van alle Amerikaanse bedrijven op omvallen! Dat betekent meer werkloosheid, minder consumptie en meer ellende!

Zelfs de meest ambitieuze herstelpogingen zullen veel goedkoper blijken te zijn dan de minst ambitieuze bailouts en incompetente interventies. Hoe sneller de schuldliquidatie en prijsdeflatie kunnen worden aangepakt, hoe eerder er tijd en ruimte komt voor stimulering en herstel van de economie, in die volgorde. Horrorscenario’s in de vorm van een doorpakkende deflatie of anderzijds een hyperinflatie kunnen hiermee wellicht worden vermeden.

Als stok achter de deur staat dat de Amerikaanse overheid als verreweg de grootste schuldenaar ter wereld straks geen enkel overheidspapier meer kan plaatsen tenzij tegen een absurd hoge rentevoet. Zolang de Amerikaanse overheid de opbrengsten van de massale uitgifte van Treasuries gebruikt voor bailouts zal het buitenlandse wantrouwen navenant toenemen. Daarmee stijgt ook het risico van een meltdown van de obligatiemarkt. Op dat moment kan er geen enkele schuld meer worden gefinancierd, is de dollar totaal uitgewoond, ligt Amerika op z’n gat en is de Amerikaanse overheid zelf het slachtoffer van deze volledig uit de hand gelopen crisis. Opvallend is dat deze stelling nog nergens is geponeerd! In tegendeel, omdat de dollar in alle schuldgewoel weer is aangesterkt, blijkt er opeens weer meer vertrouwen in de dollar op te wellen. Het lijkt of veel mensen de weg echt kwijt zijn.

Een nieuwe dollar/goud koppeling?

We zullen niet weten of dit onderwerp in Washington überhaupt aan de orde is geweest.

Een nieuwe koppeling met tegelijkertijd de devaluatie van alle valuta’s en daarmee reflatie van alle hard assets (commodities, waaronder goud) zou in één klap de schuldendruk enorm kunnen verlichten. Dit zou tevens een terugkeer inluiden naar vaste wisselkoers- verhoudingen. Spaarders en fondsen zouden uiteraard wel schadeloos moeten worden gesteld.  De vraag is niet of een nieuwe koppeling op een of andere wijze zou werken. Dat heeft het verleden reeds aangetoond, maar willen we wel zonder misbruik van de geldpers op een veel gematigder en ordelijker wijze groeien? In ieder geval zou hiermee een tweede Grote Depressie kunnen worden voorkomen! Bovendien zou dit grote ecologische voordelen opleveren.

Grote vraag is echter welke goudprijs zou moeten gelden om de immense schuldenlast te kunnen ‘accommoderen’ en de economie weer van nieuwe zuurstof te voorzien. Dr. Peter W. Miller, befaamd Brits econometrist, heeft met een slag om de arm berekend dat een revaluatie van het goud wel zo ongeveer op een 2000% zou moeten komen te liggen. Een opwaardering van het goud met 2000% impliceert een goudprijs van circa $ 15.000 per ounce of een slordige € 360.000 per kilo. Het papiergeld zou dan tegelijkertijd met dat percentage worden gedevalueerd.

Bezitters van goud zullen vervolgens hun goud grootschalig wensen aan te bieden, terwijl de centrale bankiers het weer opnemen. Aangezien er niet genoeg goud in de wereld is om het vrij inwisselbaar te maken, kan er evenmin sprake zijn van een volledige gouden standaard.

Hoewel hiermee in principe de snelste en meest effectieve oplossing uit de huidige kredietcrisis zou kunnen worden aangedragen, zullen de centrale bankiers ook om een andere reden nooit het failliet van hun toezicht erkennen en zal er waarschijnlijk nooit sprake zijn van een terugkoppeling met het goud! Zij zullen juist ongetwijfeld voorkeur blijven geven aan de huidige goud- en zilvermanipulatie. Hiermee wordt een snelle stijging van het edelmetaal de kop ingedrukt. Niettemin is de goudprijs tegen alle verdrukking in van een dieptepunt van $ 251 per ounce en € 8700 per kilogram in 2001 opgelopen naar circa $ 750 of circa  € 18.000 thans. Voor de duidelijkheid: manipulatie betekent het doorkruisen en verstoren van de normale vraag- en aanbod verhoudingen.

Vooruitzichten goudmarkt

De snelle kostenstijgingen in de afgelopen jaren zullen wel een bodem zetten onder een prijs van $ 650 per ounce. Niettemin zullen zelfs bij de huidige ‘marktprijs’ van circa $ 750 vele mijnbouwers hun productie verlagen of zelfs mijnen sluiten omdat er geen of te weinig winst wordt gemaakt. Dat geldt trouwens ook voor de gehele delfstoffensector. Wat een dergelijke ontwikkeling heeft opgeleverd, kennen we nog uit de jaren ’80 en ’90. De stilstand in die tijd leverde de afgelopen jaren forse marktprijsstijgingen op. Een dergelijke lange stilstand lijkt nu met de ontwikkelingen in Azië (China en India die vastbesloten zijn de groei door te zetten) niet erg voor de hand te liggen. Trouwens ook om andere redenen:

  • de economische groei in Azië, zelfs in een wat lagere versnelling
  • de structureel teruglopende goudproductie
  • het toenemende wantrouwen jegens de dollar in Azië en het Midden-Oosten
  • de hoge premies tot wel 20% voor fysiek goud (munten) en de levertijden oplopend van 2 tot 16 weken als gevolg van ontoereikende aanvoer enerzijds en anderzijds als gevolg van de voortdurende manipulatie van de edelmetaalmarkten, zonder enige toelichting door Henry Paulson als minister van Financiën geregisseerd om de uitholling van de koopkracht van de dollar (‘in God we trust’!) te maskeren
  • goud en ook zilver blijven de enige competitive currencies met bewezen koopkrachtpariteit
  • China met een reserve van nog slechts 600 ton goud -tegenover 8130 ton in Fort Knox- maar met een reserve van totaal $ 1,9 biljoen overweegt ter compensatie van de optredende waardedaling van de dollar de goudvoorraad geleidelijk aan met  400% – 500% ‘op te poetsen’, volgens Wan Guoli als vice-president van de Chinese Gold Association
  • in China’s kielzog zullen ongetwijfeld ook andere Aziatische staten volgen
  • het militaire conflict tussen Israël en Iran, dat volgens de Israëlische hoogleraar en historicus Ben Morris van de Ben Goerion universiteit onvermijdelijk en wellicht aanstaande is.

Voor de korte termijn zal het goud met de andere delfstoffen nog prooi blijven van de liquidatie door de hedgefondsen (deleveraging = terugbetalen van geleend geld) als gevolg van sterk teruglopende vermogensposities, vooral tot eind van dit jaar. Hierdoor vloeide en vloeit er veel geld terug in dollars, met als gevolg dat de dollar tendeert tot stijgen en de goudprijs juist de tegenovergestelde beweging doormaakt(e).

Gegeven de beursontwikkelingen in de 21e eeuw is en blijft het edelmetaal onverkort de meest solide belegging, niettegenstaande de recente gigantische afwaardering van de goudfondsen zoals dat eigenlijk alle grondstoffenfondsen op de commodity markten gold. Dit heeft, nogmaals, alles te maken met afgedwongen liquidaties door met name de hedgefondsen die door de banken aan hun verplichtingen werden en worden gehouden. Goed en slecht gingen en gaan door dezelfde molen. Geen enkele beleggingscategorie kon hieraan ontkomen. De verwachting is dat deze ontwikkeling zich nog zeker tot het eind van het jaar zal doorzetten. Pas dan zullen de markten, hopelijk, een beetje tot rust komen en kunnen er misschien op termijn weer nieuwe posities worden ingenomen.

Robert Broncel

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.