De Geldmeesters
Het causaliteitsprincipe houdt in dat niets zo maar gebeurt, zonder een achterliggende oorzaak. Zo is het ook met ons geldstelsel. In de geschiedenis bestond geld uit diverse ruilmiddelen. Men verkocht bijvoorbeeld twee schapen voor een koe, of tien kippen voor een geit enzovoorts. Omdat dit natuurlijk een zeer omslachtige manier was van handelen, ging men duizenden jaren geleden op zoek naar een middel dat aan alle voorwaarden van universele waarde voldeed en dat tevens gemakkelijk te vervoeren en op te slaan was.
Eerst was dat zout, omdat dat draagbaar was, terwijl men in sommige gebieden handelde in schelpen of (semi-)edelstenen. Echter, vanwege de niet-uniforme waarde of de uiteenlopende kwaliteit van deze middelen werden ze in de loop der tijd verlaten voor een ander fiduciair medium, zoals Ludwig von Mises het al noemde in zijn standaardwerk Human Action. Dit medium werd goud en zilver. Beide edelmetalen voldeden aan de essentie van een ruil- en handelsmiddel en werd vrijwillig gekozen door de handelslieden zelf.
Door de eeuwen heen werden deze edelmetalen afwisselend gebruikt in muntgeld en opslagplaats voor vermogen. Vrijwel mondiaal zag men de waarde van deze fiduciaire middelen, omdat ze draagbaar waren, onverwoestbaar bleken en een intrinsieke waarde bleken te hebben. Deze edelmetalen werden overal erkend als zijnde betaal- en spaarmiddelen. Nu was het wel zo dat overheden, of dit nu keizers, monarchen of andere heersers waren, zich steeds bemoeiden met dit universele geldstelsel. Of dit was door de waarde van overheidswege vast te stellen, of de munten te ‘kortwieken’ door middel van de randen van de munten eraf te snijden, of het verbod op een bepaald gebruik van munten. Telkens is dit ‘interventionisme’ desastreus gebleken in de geschiedenis.
Papiergeld
In de 10e eeuw na Christus kwamen de Chinezen erachter dat ze ook papiergeld konden maken en dit in omloop te brengen om als vervanging te dienen voor het tot dan toe gebruikte edelmetaal. De uitkomst liet zich telkens raden, want de prijsinflatie als gevolg van de monetaire inflatie groeide enorm. De laatste keer dat het veelvuldig werd gebruikt was tijdens de Ming-dynastie, echter de Mantsjoe’s uit Mantsjoerije die China in de 16e eeuw veroverden schaften het papiergeld geheel af. Het heeft tot halverwege deze eeuw geduurd, voordat papiergeld onder het communistisch bewind van Mao Tse-tung opnieuw terugkeerde.
Deze geldtruc werd later overgenomen door met name de Bank of England in de 17e eeuw onder leiding van onze Koning Willem van Oranje in Engeland. Om zijn schulden te financieren, gebruikte hij tijdens de Glorious Revolution vanaf 1694 deze centrale bank om obligaties uit te geven die in de markt als waardepapier golden en bovendien dienden als betaalmiddel voor de betaling van alle andere schulden van de obligatiebezitters zelf. Al deze schulden werden gedekt door de Engelse overheid, waarvoor de belastingbetalers garant stonden. Door deze slinkse truc kroop het papiergeld het financieel systeem binnen. Vanwege het enorme succes van deze obligaties en de resulterende papieren betaalmiddelen werden de centrale banken over de gehele wereld ingevoerd gedurende de daaropvolgende eeuwen. Het laatste grote land dat een centrale bank invoerde was de Verenigde Staten van Amerika en wel in 1913 onder dubieuze omstandigheden.
De Nederlandsche Bank
De Nederlandsche bank werd opgericht in 1814 door Koning Willem I. Deze bank werd in het begin niet geaccepteerd door de kooplieden, omdat zij vrijwel alleen zaken wilden doen met de Amsterdamsche Wisselbank, die twee eeuwen daarvoor werd opgericht en als wisselbank diende voor de internationale handel. Koning Willem probeerde zijn commerciële bank te promoten, maar werd hierbij fel tegengewerkt, totdat de Amsterdamsche Wisselbank een aantal fouten beging op het gebied van ongeoorloofd verstrekt krediet aan de Vereenigde Oost-Indische Compagnie. Daar deze Compagnie niet meer aan haar financiële verplichtingen kon voldoen, raakte de Amsterdamsche Wisselbank in de problemen en raakte hun uitgegeven bankgulden in diskrediet in de rest van Europa.
De bankgulden was een giraal betaalmiddel en heeft bijna twee eeuwen dienst gedaan als internationale reservevaluta. De Amsterdamsche Wisselbank stond via haar goud- en zilvervoorraden, gelegen in Amsterdam, garant voor de waarde van deze girale gulden. Er ontstond een persoonlijke oorlog tussen Koning Willem I, een absolute vorst, en de Amsterdamse kooplieden. Deze kooplieden trokken aan het kortste eind, omdat Willem zijn grip op de economie verstevigde en de kooplieden op allerlei wijze via staatsleningen kon dwarsbomen. Hij gaf bankbiljetten uit, net als zijn voorganger prins Willem III dat had gedaan in Engeland, waardoor deze biljetten gingen concurreren met de bankgulden. Dit was tevens het einde van de gouden eeuwen die Amsterdam in bloei zetten.
De koning werd alleenheerser, zodat staat en economie aan elkaar werden gesmeed. Tegenwoordig zou men Koning Willem I een aartscorporatist noemen in zijn verlangen om alles te kunnen beheersen; hij veelde derhalve geen concurrentie. De naam koning-koopman, zoals men het noemt, blijkt alleen al om deze wetenschap een groot verzinsel te zijn en door aanhangers van de koning in het leven geroepen. De macht van het Nederlands koningshuis werd pas met de Grondwet in 1848 ingeperkt mede op financieel-economisch terrein. Helaas was het te laat voor de Amsterdamsche Wisselbank, want deze ging reeds in 1820 ter ziele en haar bezittingen werden overgenomen door de Nederlandsche Bank van Koning Willem I. Ook begon de Nederlandsche Bank met de uitgifte van obligaties en fungeerde als algemene kredietinstelling.
Financiële oligarchie
Het Nederlandse fiatgeld was geboren en is tegenwoordig zelfs uitgemond in een Europees fenomeen, geleid door het stelsel van centrale banken binnen de Europese Unie. Een vorm van supercorporatisme is het gevolg geweest van de stap die al begin 19e eeuw werd gezet, met alle ellende van dien.
Alle Europese banken zijn nu verzameld in een kartel tezamen met de centrale banken van de betreffende landen. Nu wil men dit kartel verder samensmelten, waardoor er meer consolidatie plaats gaat vinden, zodat er alleen enkele grote bankinstellingen over zullen blijven onder één centrale bank, de Europese Centrale Bank (ECB). Het doel is de economie zover te centraliseren, dat alles via één kanaal loopt. Concurrentie van onafhankelijke commerciële, krediet- of zelfs wisselbanken is dan onmogelijk geworden. Het net heeft zich gesloten en de Europeanen zijn overgeleverd aan een kleine financiële oligarchie, genesteld in Brussel en Frankfurt. Het probleem met het ontbreken aan concurrentie is dat fiatgeld als wettig betaalmiddel wordt opgelegd en de waarde daarvoor bepaald wordt door eerdergenoemde oligarchie. Via het systeem van wettige betaalmiddelen wordt dit fiatgeld opgedrongen aan de Europese bevolking, zonder dat daar een vermogensbescherming tegenover staat. We weten inmiddels dat de monetaire geldvoorraad (M1) 10% per jaar groeit, wat betekent dat de achteruitgang in koopkracht de 10% per jaar nadert. Er is helaas geen alternatief meer, omdat alle munten heden ten dage gefiatteerd zijn, zonder goud- of zilverdekking. Wanneer men de keuze zou hebben, dan is er geen twijfel over mogelijk dat de Europeanen massaal voor goud en zilver zouden kiezen, alleen al om de monetaire inflatie voor te blijven, zodat er geen vermogensafkalving meer bestaat zoals nu met onze pensioenfondsen, beleggingsfondsen, depositorekeningen en andere investeringen.
Papieren welvaart
Sinds 2007 hebben we kunnen merken dat er einde is gekomen aan deze papieren welvaart. Deze welvaart werd gefinancierd met fiatgeld en krediet via het kartel van centrale banken en bankwezen. De waarde van dit fiatgeld verdwijnt zienderogen en doet zich voor als deflatie, dat wil zeggen alle bezittingen die gefinancierd zijn met papier dalen enorm in waarde. De aandelenbeurzen dalen reeds vanaf 2000 en nu ook de huizenmarkt vanaf 2006. De obligatiemarkten zullen over circa twee tot drie jaar volgen. Feitelijk is het systeem van fiatgeld, opgedrongen door de overheid op een mislukking uitgelopen. Het grote probleem is dat men dit bij de overheid en politiek nog niet beseft. Panisch probeert men de verloren ‘welvaart’ weer te reanimeren, maar als eenmaal de zeepbel is gebarsten dan kan het niet meer worden hersteld, zoals Ludwig von Mises in zijn boeken Human Action (1949) en voordien Nationalökonomie (1940) duidelijk stelde. De economische crisis is hiervan een direct gevolg en men dient toch deze crisis uit te zitten, alvorens de economie een herstel zal doormaken. De schulden, waarmee de wereld nu is opgezadeld, dienen te worden gesaneerd en dat vergt een periode van economische inkrimping en een terugkeer naar de oorspronkelijke waarde, zodat de ‘gebakken lucht’, welke is opgebouwd over de laatste decennia, eruit kan worden geperst. Juist die ingrepen die overheden nu doen, zorgen er voor dat de crisis veel langer duurt dan anders het geval is.
Nieuwe wisselbank
Om een economisch herstel mogelijk te maken, moet men denken aan het heroprichten van een wisselbank, zodat er een onafhankelijke valuta ontstaat, geheel los van de centrale bank, die gedekt wordt door de monetaire metalen zoals goud en zilver. Te denken valt in Nederland aan de Rijksmunt te Utrecht die deze rol op zich zou kunnen nemen. De reden is dat dit al bestaat en niet valt onder de Nederlandsche Bank, maar een volledig onafhankelijk instituut is. Deze Rijksmunt kan voor aankoop zorgen van goud en zilver en de mogelijkheid creëren om deze edelmetalen op te slaan in de eigen kluizen. De Perth Mint in Australië fungeert reeds als zodanig. Het voordeel voor het Nederlandse volk is dat zij niet meer zijn overgeleverd aan een financiële oligarchie en een bancair kartel voor de garantie van hun beleggingen en pensioenen. De Rijksmunt zou ook haar deuren moeten openzetten voor de vermogens van rijke particulieren, bedrijven en overheidsinstanties. De girale munt wordt dan de gouden en zilveren florijn. Deze munten zouden ook fysiek kunnen worden geslagen en uitgegeven aan verzamelaars en spaarders, zoals nu al gebeurt met de gouden en zilveren dukaten.
Verder dient de macht van de Nederlandsche Bank behoorlijk aan banden te worden gelegd, zodat zij alleen verantwoordelijk is voor de uitgifte van de Nederlandse euro of, wellicht later, de papieren gulden. Deze valuta moet 100% zijn gedekt door de aanwezige goudvoorraad in de kluizen van de Nederlandsche Bank. Voor de periodieke audit moet een onafhankelijk auditsbureau zorgdragen wat de goudvoorraden binnen de Nederlandsche Bank zal herwaarderen. Het voordeel is dan dat de monetaire inflatie eindelijk tot staan wordt gebracht en de voortdurende geldontwaarding verleden tijd wordt.
Er zijn nog meer concrete oplossingen voor de bancaire sector en deze economische crisis, maar daar wil ik het volgende keer over hebben.
“Het is gemakkelijker om te stelen door middel van een bank op te zetten dan om een bankemployé te beroven.” – Bertolt Brecht
Albert Spits, www.vrijspreker.nl
Bronnen:
- 1609-1820: De historie van de Amsterdamse Wisselbank; Corry van Renselaar, DNB Magazine, februari 2009, Amsterdam
- Ending the Monetary Fiasco-Returning to Sound Money; Thorsten Pollet, 17 april 2009, Ludwig von Mises Institute, Auburn AL, USA
- Blowing Bubbles; Doug French, 6 April 2009, Ludwig von Mises Institute, Auburn AL, USA
- Would Cleansing Banks’ Balance Sheets Kick-start the US Economy?; Frank Shostak, 1 April 2009, Ludwig von Mises Institute, Auburn AL, USA
- The Yellow Brick Road of Gold, Peace and Prosperity; Darryl Robert Schoon, 13 April 2009, Financial Sense, San Diego, CA, USA
- A Very Short History of Chinese Paper Money, Dave Ramsden, 17 June 2004, Financial Sense, San Diego, CA, USA
Literatuur:
- European Economic History; Elias H. Tuma, 1971, Harper & Row, New York NY, USA.
- The Power of Gold; Peter L. Bernstein, 2004, John Wiley & Sons Ltd. Chichester, UK
- 10.000 Jaar Geschiedenis der Lage Landen, Klaas Jansma en Meindert Schroor, 1971, R&B Lisse
- De Gulden; Geschiedenis van Nederlands Nationale Munt; Henk Povée, 2001, Uitgeverij Toth, Bussum
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!