De trackerlobby en kostenbijziendheid

De trackerlobby draait op volle toeren. Brand New Day pocht met trackers. En onlangs stond voor de zoveelste keer een positief verhaal over trackers in de krant. Helaas zijn journalisten niet capabel genoeg om weerstand te bieden tegen de trackerlobby.

Ik lees momenteel de bestsellerreeks, Millennium, van de recent overleden Zweedse auteur Stieg Larsson. Larsson kwam zelf uit de onderzoeksjournalistiek. Een van de thema’s die de schrijver regelmatig in zijn boeken aanstipt, is het onvermogen van het journaille om weerstand te bieden aan commerciële lobbies. Journalisten nemen klakkeloos verhalen van productaanbieders over.

Voor echte onderzoekjournalistiek is tegenwoordig amper tijd en geld meer. Langdurig research doen, past bovendien niet meer bij de huidige zap-generatie. Larsson heeft gelijk en toen ik zijn verhalen las, moest ik geregeld denken aan de verslaggeving over bijvoorbeeld trackers, het parlementaire onderzoek over de kredietcrisis en ga zo maar door.

Onlangs stond er in het Financieele Dagblad weer een stuk over trackers, dat al in zijn titel uiterst suggestief begon: ‘It takes two to tango’ voor een echte doorbraak van indextrackers. Het stuk kwam er op neer dat de grote vermogensbeheerders en banken nog steeds niet het product indextrackers echt zouden onderschrijven en dat daardoor een echte doorbraak uitblijft. Alsof er een doorbraak van trackers zou moeten komen.

Ergo, banken bieden het slechts mondjesmaat aan hun cliënten aan. En dat terwijl er, althans als we de media mogen geloven, toch genoeg argumenten zijn, om voor trackers te kiezen. Ik ga niet alle argumenten herhalen die ik veel gebruikt heb in de discussie actief versus passief. Sterker nog, nog niet zo heel lang geleden schreef ik dat ik moe werd van deze discussie. Klik hier voor mijn laatste column hierover, met alle argumenten voor en tegen.

De trackerlobby draait feitelijk maar op één argument: kosten. Wat? Gaat beleggen niet meer over rendement en risico? Kosten zijn in mijn ogen een factor die het rendement beïnvloedt. De discussie, waarbij overigens ook de toezichthouders een belangrijke rol spelen, gaat nu alleen nog maar over kosten. Daarin schieten we volledig door.

Ja, indextrackers zijn goedkoop, omdat er niet voor actief beheer betaald moet worden. Maar door de trackerlobbyisten wordt de suggestie gewekt dat je daarmee automatisch op hogere rendementen uitkomt. Brand New Day schrijft de volgende aperte onzin op zijn site: ‘méér rendement door lage kosten en méér rendement omdat gekozen wordt voor indexfondsen’.

Door Brand New Day wordt de drogreden gebruikt dat goedkoop beter zou zijn. Ja, een Fiat Panda is een goedkope auto. Maar wat als we nu de veiligheid van een Volvo willen hebben? Of de duurzaamheid van een Mercedes? We kunnen deze analogie van de auto’s gemakkelijk doortrekken naar beleggen.

Stel nu dat u een beleggingsproduct wilt waar de aanbieder af en toe de portefeuille beschermt tegen dalingen of inspeelt op kortere marktontwikkelingen? Of wat als u nu grotendeels wilt betalen voor het rendement en u spreekt een ‘no cure no pay-deal’ af: beheerder krijgt 10% van de winst. Nee, kan allemaal niet meer als het aan de boekhouders ligt met een kostenbijziendheid. Het is allemaal te duur.

Nog een grote valkuil waar Brand New Day helemaal de mist in gaat. Ze geven de afnemer van hun product de mogelijkheid te switchen tussen een aandelen- en een obligatietracker. Oh jee! Dit zijn tactische beslissingen die heel veel rendement kunnen opleveren, maar helaas ook kunnen kosten. Uit onderzoek blijkt dat 90% van de beleggers hier de mist in gaat. Lees mijn eerder genoemde column voor meer details. Goedkoop is hier duurkoop.

Tot slot nog een opmerking over het beleggen in de door veel journalisten bewierookte trackers. Trackers doen het vooral goed in hypemarkten. Het is moeilijk om met actief beheer een sterk stijgende markt bij te houden. Je maakt immers meer kosten en soms wil je niet aan overduidelijke hypes mee doen. Actief beheer moet zich juist voor bewijzen in zwakke markten. Dan kan de beheerder waarde toevoegen door defensiever te beleggen of beschermingen in te bouwen.

De hypemarkten zijn de gevaarlijkste markten voor trackerbeleggers. Een van de sterbeheerders – ja ze bestaan echt – in opkomende markten, Vincent Strauss van het Franse Comgest, kwam hier recent met een terechte waarschuwing. In uit elkaar spattende zeepbellen – wat vroeg of laat met opkomende markten gaat gebeuren – zijn de bezitters van trackers het haasje.

Of zoals Strauss het zo mooi zei: ”When the emerging market bubble bursts, ETFs will be absolutely crucified.’  Hij houdt met zijn actieve beheer (gelukkig) al rekening met dergelijke scenario’s. Als ik ooit een ongeluk op de weg krijg, rijd ik liever in een Mercedes of Volvo dan in een Fiat Panda. Succes trackerbeleggers, met jullie Panda’tjes.

Harry Geels, Inmaxxa

Harry Geels is directeur Research en partner bij INMAXXA met kantoor te Naarden (www.inmaxxa.nl). Daarnaast is hij uitvoerend hoofdredacteur van Technische en Kwantitatieve Analyse (TKA). De informatie in deze opinie is niet bedoeld als individueel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. De standpunten en vooruitzichten van Geels geven zijn mening weer in zijn hoedanigheid als directeur Research.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.