Driehoeken

Het koersverloop van het overgrote deel van de Nederlandse fondsen wordt de afgelopen maanden bepaald door twee toppen en twee bodems. Eind mei werd er bij veel fondsen een topje in de koersgrafiek gevormd. Dit was het resultaat van een kleine opwaartse correctie na de daling die in april werd ingezet. Vervolgens werd er een bodem genoteerd in juni en een topje begin juli, na wederom een opwaartse correctie. De speech van Fed-voorzitter Bernanke zorgde woensdag voor een brede opleving in de markt, hetgeen resulteerde in een nieuwe bodem.

Wat mij nu interesseert, is hoe deze bodems en toppen ten opzichte van elkaar zijn geschakeerd. Het blijkt dat bij de meeste fondsen én de AEX-index een driehoeksformatie is gevormd. Er zijn drie soorten driehoeksformaties en bij de AEX-fondsen zien we ze alle drie terug.

Ten eerste is daar de symmetrische driehoek. Bij de symmetrische driehoek is er sprake van een lagere top en een hogere bodem. Binnen de formatie beweegt de koers dan ook steeds binnen een nauwere band totdat er een uitbraak plaatsvindt. Onder andere in het koersverloop van de AEX-index, Akzo Nobel, Fortis, Philips,TNT en Unilever is een symmetrische driehoek te herkennen. De symmetrische driehoek wordt aangeduid als een consolidatiepatroon. Dit betekent dat de koers tijdelijk binnen het patroon pas op de plaats maakt. Dit patroon komt zowel bij een omkeer- (toppen en bodems) als bij een continuatiepatroon voor. De richting van de uitbraak is bepalend voor het verdere koersverloop. Voor Unilever betekent dit goed nieuws; het fonds is opwaarts uit de driehoek gebroken!

Het tweede kenmerkende patroon is de dalende driehoek. Kenmerkend hiervoor is dat de top lager wordt gevormd, terwijl de bodems op een gelijk niveau liggen. Onder andere ABN Amro, ASML, Buhrmann, Getronics, KPN, TomTom en Vedior vallen in deze categorie. De lagere top geeft echter aan dat er sprake is van neerwaartse koersdruk. De kans dat deze fondsen neerwaarts uit het patroon vallen is dan ook het grootst.

Het derde driehoekspatroon is het spiegelbeeld van de dalende driehoek, namelijk de stijgende driehoek. Hier wordt de bodem hoger gevormd terwijl de top op een gelijk niveau ligt. Aegon, DSM, Hagemeyer, ING en Numico kunnen in deze categorie worden geclassificeerd. Voor deze fondsen betekent dat dan ook direct dat de kans op een opwaartse uitbraak het hoogst mag worden ingeschat.

Het feit dat de AEX-fondsen evenredig over deze drie formaties zijn verspreid, geeft aan dat de markt per saldo in dubio is. Dat de AEX-index zelf een symmetrische driehoek laat zien, is dan ook niet vreemd. Eén ding mag echter niet over het hoofd worden gezien, namelijk de richting van de voorgaande trend. Bij alle fondsen was deze neerwaarts gericht. De kans dat een fonds de eenmaal ingezette richting hervat, is altijd groter dan dat er een omkeer plaatsvindt. Met deze informatie kunnen ook de fondsen die in een symmetrische driehoek gevangen zitten, geschaard worden onder de groep waarbij een voortzetting van de dalende trend het meest waarschijnlijk is. De potentiële dalers zijn dan ook in de meerderheid ten opzichte van het aantal potentiële stijgers. Zolang de driehoekformaties blijven bestaan, is wat mij betreft Cash nog steeds King.

René van Mourik – Vlug, Davids & Van Mourik

René van Mourik CMT is partner en technisch analist bij Vlug, Davids & van Mourik BV. Zijn columns verschijnen op de technische analyse website www.quoteweb.com. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. De standpunten en vooruitzichten van Van Mourik geven zijn mening weer over het genoemde aandeel in zijn hoedanigheid als technisch analist bij Vlug, Davids & van Mourik BV. Van Mourik belegt niet in aandelen waarin hij adviseert. Lees ook onze disclaimer.