Goud: de sterkste ‘valuta’ (deel I)

In de column “De rol van goud, nu en later” van 21 september jongstleden werd onder meer duidelijk gemaakt hoe belangrijk de rol van goud is. Het edelmetaal met diverse grondstoffen in het kielzog heeft sinds het begin van deze eeuw een opmerkelijke prijsstijging doorgemaakt, ongeacht in welke valuta goud is uitgedrukt.

De prijs van het edelmetaal is na een stilstand van ruim 20 jaar (1980 – 2001) in dollars bijna verdrievoudigd en in euro’s bijna verdubbeld. Te meer opmerkelijk gezien de niet aflatende verkopen door de centrale banken. Met nog “slechts” 3.740 ton op de planken van deze banken is dit een eindig proces! Ter vergelijking: de AEX is sinds 2001 nog niet verder gekomen dan een stand van 539 punten ten opzichte van een stand van 638 punten begin 2001. De AEX was toen op weg naar beneden, terwijl goud omhoog schoot. Aandacht voor beleggen in goud is (nog steeds) niet bijzonder actueel. De belangstelling van professionele zijde daarentegen groeit aanzienlijk. De opgaande cyclus is nog lang niet ten einde.

Barometer

Vanaf het moment dat de dollar tegenover de euro terrein begon te verliezen stond vast, dat dit het startschot voor een opwaartse beweging van de goudprijs zou inluiden. Voorts spelen natuurlijk de opkomst van Azië, de impliciete stijging van de grondstoffenprijzen en niet ten laatste de toegenomen geopolitieke spanningen een rol. Uit de nu al jarenlange verzwakking van de dollar kan worden afgeleid dat de rol van reservevaluta steeds meer onder druk komt te staan.

Eind 2001 stond de euro nog op een peil van $ 0,89, thans levert een euro $ 1,36 op: ruim 50% meer. De woorden van voormalig Amerikaanse minister van Financiën John Conolly: ‘The dollar may be our currency, but it’s your problem’ spreken boekdelen. Huidig vice-president Dick Cheney deed hiervoor niet onder met zijn opmerking: ‘Our lifestyle is non negotiable’. Een en ander maakt duidelijk, dat men zich aan de overkant van de plas van regeringswege weinig gelegen laat liggen aan de gevolgen van het Amerikaanse handelen, ongeacht de prijs die het buitenland straks gepresenteerd krijgt. Eén en ander is terug te vinden in de ontwikkeling van de goudprijs. Goud manifesteert zich meer dan ooit als “barometer” van de internationale financiële wereld.

Sterke signalen

Belangrijke deskundigen waaronder de inmiddels stokoude Dr. Kurt Richebächer van de Oostenrijkse School en voormalig bestuursvoorzitter van de Dresdner Bank, maar ook Professor Niall Ferguson – vermaard financieel-economisch historicus verbonden aan de universiteiten van Harvard, New York en Oxford University – steken hun zorg over de onevenwichtigheden in de internationale financiële wereld niet onder stoelen of banken. De centrale bankiers daarentegen durven hierover in het openbaar te weinig te zeggen om geen paniek te veroorzaken. Wel blijven ze goud verkopen om intern de financiën zo veel mogelijk op orde te houden.

Op de onlangs gehouden Global Investment Conference in Nassau achtte Dr. Murenbeeld, één van de meest gerespecteerde economen op internationaal financieel terrein, de goudprijsstijging exemplarisch voor de onevenwichtigheden in het wereldeconomisch verkeer. Hij meldde verder dat The big six (China, India, Rusland, Japan, Korea en Saudi-Arabië)  thans $ 2,7 biljoen, oftewel 56% van het wereldtotaal, bezitten. Dit vraagt gewoon om verdere diversificatie. Hij stelde dat het aanhouden van een goudreserve van 15% alleen al

voor China en India een opname van 16.300 ton betekenen zou, dus ondenkbaar.

Tegen de achtergrond van een steeds verder wegzakkende dollar zal risicodiversificatie niettemin een steeds meer gebiedende eis worden. Murenbeeld haakte daarbij in op een uitspraak van het IMF, dat stelde dat de dollar met gemiddeld 25% is overgewaardeerd en dat de Chinezen hun munt zullen moeten opwaarderen. Verder voorziet hij monetaire reflatie (uitbreiding van de geldcirculatie waardoor de waarde van het geld daalt, terwijl tegelijk de goederenwaarde stijgt). Deze ontwikkeling vloeit vooral voort uit de vergrijzing en de sterk stijgende zorgkosten in de VS zonder dat hiervoor middelen beschikbaar zijn. In mindere mate geldt dit ook voor (Zuid-)Europa en Japan.

Het zij nog maar eens herhaald dat het tekort op de handelsbalans van de VS is opgelopen naar bijna $ 900 miljard op jaarbasis, terwijl de staatsschuld intussen tot boven $ 8.000 miljard is gegroeid. Dat is een schuld van maar liefst $ 107.400 per gezin, buiten een gemiddelde creditcardschuld van $ 8.000. De schuldverplichtingen op het terrein van de sociale zekerheid en medische kosten dragen bij tot een oplopende schuld ter grootte van ruim $ 40 biljoen(!). Daar komt bij dat het totaal aan bedrijfsleningen ook alweer is opgelopen naar meer dan $ 6 biljoen. De Amerikaanse economie is met andere woorden een pure “pof”-economie. In de “Venster op de VS”-columns is hierop reeds menigmaal gewezen.

Hoe lang nog?

So far, so good’ hoor je in de wandelgangen maar er komt natuurlijk een einde aan dit proces van onverminderd potverteren. De schulden kunnen maar op één manier worden terugbetaald en wel door de aanmaak van vele miljarden aan bankpapier. Dat zal de waarde van de dollar verder aantasten en de rest van de wereld dwingen om maatregelen te nemen.

De cruciale vraag is hoe lang de Aziaten, met de Chinezen voorop, nog bereid zijn deze steeds “waardelozer” wordende schuldpapieren te blijven opnemen tegen een té geringe rentevergoeding gezien de steeds groter wordende risico’s. Afbouw van dollarreserves kan alleen via de weg van de geleidelijkheid omdat een te groot dollaraanbod leidt tot een versterkte daling, zodat men zich daarbij in de vingers snijdt. De euro is nog lang niet in staat  om de rol van reservevaluta over te nemen. Bovendien is goud in Azië maar ook in het Midden-Oosten van oudsher veel populairder dan welke muntsoort ook.

Rol centrale banken

Zonder de verkopen van de centrale banken in de westerse wereld, die volgens de Central Bank Gold Agreement (CBGA) jaarlijks een maximum van 500 ton op de markt mogen zetten, zou de goudprijs allang het vorige hoogtepunt in januari 1980 van ca. $ 850 (vóór inflatie!) hebben gepasseerd. Goed beschouwd zou het de centrale banken verboden moeten worden om goud te verkopen om de doodeenvoudige reden dat de staat op termijn inkomsten derft, die weer op het bordje van de belastingbetaler terechtkomen. De verkopen door voormalig president Duisenberg en die van Gorden Brown als minister van Financiën in Engeland tegen de bodemprijs van $ 260 liggen nog vers in het geheugen.

Factor China

China zou zelf graag zien dat het IMF de gehele voorraad van 3.217 ton aan dit land zou aanbieden. Immers, tegen de achtergrond van een nog immer door sterke groei aanzwellende dollarreserve van nu al bijna 1.200 miljard(!) zou de opname van deze voorraad tegen de huidige marktprijs voor ca. $ 65 miljard (bij de huidige prijs van $ 670) geen enkel probleem vormen. Bovendien zou de marktprijs hierdoor niet worden beïnvloed. Voor dit jaar van het “gouden varken” wordt bovendien een extra goudvraag vanuit China verwacht. China is intussen na India en het Midden-Oosten uitgegroeid tot de derde grootste goudconsument.

Andere landen

Naast China zijn daar ook Rusland en landen in het Midden-Oosten, die al eerder te kennen hebben gegeven een deel van hun dollarreserves te willen afbouwen. India heeft zich nog niet uitgelaten over haar voornemens. Bekend is wel dat in dit land de vraag naar juwelengoud  steeds meer toeneemt. De vraag naar goud stijgt naarmate de middenklasse groeit. Goud wordt naast status beschouwd als een verzekeringspolis, bij gebrek aan een sociaal vangnet.

Volgende week wordt in deel II van dit tweeluik onder meer ingegaan op de historische en huidige prijsontwikkelingen van goud en op de kansen in de goudmarkt.

Robert Broncel, Score Investments

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.