Huidige crisis, een wetmatigheid? (Deel 5 )
In de voorgaande delen beschreef ik de drie industriële revoluties en de gevolgen daarvan om de huidige crisis beter te kunnen begrijpen. Daarnaast besteedde ik aandacht aan beursindices. Dit is het laatste deel van “Huidige crisis, een wetmatigheid?”
In de voorontwikkelingsfase en ‘take-off’ fase van een transitie ontstaan er veel nieuwe bedrijven. Het is een divergerend proces. Met name financiële instellingen spelen een belangrijke rol. Er is in deze fase per slot van rekening veel financiering nodig. De grafiek van salarissen van de financiële sector vertoont dan ook dezelfde s-curves als van beide revoluties.
Beleggers worden euforisch bij het horen van de woorden fusies en overnames. In feite geven fusies en overnames de convergerende processen weer aan het einde van een transitie. Objectief gezien, is elke fusie of overname een vermindering van economische activiteiten. Dit wordt pijnlijk duidelijk als we naar de werkloosheidscijfers van diverse samenlevingen kijken.
Nieuwe industriële revoluties ontstaan door nieuwe ideeën, uitvindingen en ontdekkingen, ofwel nieuwe kennis of inzichten. Ook hier hebben we als mensheid een verzadigingspunt bereikt. Er zullen steeds minder bedrijven komen in de ‘take-off’-fase of versnellingsfase die de bedrijven in de stabilisatiefase of de aftakelingsfase in het indexenmandje kunnen vervangen.
In onderstaande grafiek is de koers/inkomsten verhouding zichtbaar over de laatste twee industriële revoluties. Aan het einde van de tweede industriële revolutie in 1932 zakte deze index naar een factor 5. Momenteel zitten we nog op een factor van 15. De koersen kunnen dus nog een factor 3 dalen.
Herhaalt de geschiedenis zich?
De mensheid wordt momenteel geconfronteerd met dezelfde problemen als aan het eind van de tweede industriële revolutie, zoals dalende beursindexen, sterk oplopende werkloosheid, torenhoge schulden van bedrijven en overheden en de slechte financiële posities van banken.
Transities worden geïnitieerd door uitvindingen en ontdekkingen, dus nieuwe kennis van de mens. Nieuwe kennis heeft weer invloed op de vier andere componenten in een samenleving. Er worden momenteel weinig nieuwe uitvindingen of ontdekkingen gedaan. Dus de kans op korte termijn op een nieuwe industriële revolutie is niet erg groot.
De historie heeft geleerd dat vijf pijlers voor een stabiele samenleving onontbeerlijk zijn.
Aan het eind van elke transitie komt de pijler welzijn in het gevaar. Dit hebben we na elke industriële revolutie kunnen constateren.
De pijler “Welzijn” van een samenleving dreigt ook nu weer om te vallen.
De historie heeft geleerd dat het omvallen van de pijler “Welzijn” altijd resulteert in revolutie. Door de grote werkloosheid na de tweede industriële revolutie is er door veel samenlevingen een nieuwe transitie geïnitieerd, namelijk het creëren van een oorlogseconomie. Deze economie bloeide met name in de periode 1940–1945.
Samenlevingen zullen ook nu weer een keuze moeten maken welke transitie zal worden ingezet. Wie geen kennis heeft van het verleden, heeft geen toekomst.
Wim Grommen
Bronvermelding:
- Transities & transitiemanagement, casus van een emissiearme energievoorziening, Prof. dr. ir. Jan Rotmans e.a. .
- Geschiedenis Werkplaatssite van Wolters-Noordhoff
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!