India: een grootmacht in ontwikkeling
Intereffekt Investment Funds heeft op 7 mei jongstleden een nieuw derivaten beleggingsfonds geïntroduceerd: Intereffekt India Warrants. Na het sluiten van de succesvolle inschrijvingsperiode, begon het fonds met een vermogen van ruim € 34 miljoen. Inmiddels is het fondsvermogen bijna verdubbeld. De koers is sinds 7 mei met bijna 40% gestegen (slot 24 september: € 3,49).
India is na China het land met de meeste inwoners ter wereld. Tevens laat India na China de hoogste economische groei zien in Azië. Wat zijn de beleggingskansen in een land als India? Welke sectoren zijn aantrekkelijk? Wat zijn de risico’s? Kortom: Is India een nieuwe speler op het economische wereldtoneel?
Economische groei
Op 15 augustus 2007 vierde India haar 60-jarige onafhankelijkheid. Vooral de laatste 15 jaar heeft het land een economische transformatie ondergaan. Voorheen was het land gecontroleerd en introvert met een langzaam groeiende economie. Inmiddels is het land liberaal en extravert met een snel groeiende economie. De groei van het Bruto Binnenlands Product (BBP) kwam in 2007[1] uit op 9,4%. Recent kwam het BBP in het tweede kwartaal van 2007 (april 2007 t/m juni 2007) uit op 9,3%, waar 9,0% werd verwacht. Dit is het zesde kwartaal achtereen dat het BBP met 9% of meer groeide (gemiddeld 8,8% in de laatste vier jaar).
De groei in het afgelopen kwartaal werd breed gedragen. De industriële en de dienstverlenende sector draaien op volle toeren. De landbouwsector laat bemoedigende cijfers zien. Door meer regenval dan normaal (+2%) tijdens de moesson en meer ingezaaide landbouwgrond zal deze sector, volgens Goldman Sachs[2], 3,8% groeien in 2008. Dit is 1 procentpunt meer dan vorig jaar. Tevens kan een betere oogst drukkend werken op de (voedsel)inflatie en de import van onder andere palmolie. De landbouwsector is in India nog steeds de belangrijkste werkgever. Ruim 70% van de beroepsbevolking is werkzaam in de landbouw en woonachtig op het platteland. De verwachting is dat tot 2020 ruim 140 miljoen mensen en tot 2050 zelfs 700 miljoen mensen de trek naar de steden zal maken. Dit kan tot een extra groei in het BBP leiden van 1% (urbanisatiebonus). De migratie van mensen zal voor de bouwsector en de particuliere en zakelijke vastgoedsector kansen bieden.
Wil India een economische groei blijven handhaven van 9% of meer, dan zal er fors geïnvesteerd moeten worden in de infrastructuur. Dit is de basis voor verdere economische groei. Sectoren die onder de infrastructuur vallen zijn: olie en raffinage, kolen, elektriciteit, cement en staal. De groei in de infrastructuur zal de productiecapaciteit (en de economische groei) doen toenemen. Olie, kolen en elektriciteit zijn de brandstof voor fabrieken en centrales. Kansen zijn er voor bedrijven in deze sector. Om de productiecapaciteit te vergroten, zullen er nieuwe fabrieken en centrales gebouwd moeten worden. Hier liggen kansen voor de constructiebedrijven en aanleverende bedrijven, zoals de staalindustrie. Een keerzijde is dat de productiecapaciteit op dit moment volledig benut wordt en dat er niet voldoende aanvoer van olie, kolen en elektriciteit (veel stroomuitval) is. Dit heeft de groei van de infrastructuur in juli vertraagd tot 7%. De Indiase regering is zich bewust van deze problemen en stelt in haar elfde vijfjarenplan $ 350 miljard beschikbaar voor verbetering van de infrastructuur.
Monetair beleid
Ten gevolge van een stijgende inflatie, een sterke groei in kredietverlening en verontrusting in de ontwikkeling in de landbouw heeft de Indiase centrale bank (RBI) besloten een krap monetair beleid te voeren. Dit heeft al geleid tot een stijging van de ‘repo rate’[3] tot 7,75% en een kasreserveratio van 6,5%. Eind juli heeft de RBI de kasreserveratio verhoogd naar 7%. De RBI heeft de roepie laten appreciëren ten opzichte van de US dollar. Dit heeft een positieve invloed op de Indiase economie, maar heeft negatieve gevolgen voor exporterende Indiase bedrijven. De krappe monetaire politiek zal door de RBI worden gehandhaafd. Eind oktober komt de RBI bijeen om het gevoerde beleid te bespreken. Naar verwachting zullen deze monetaire indicatoren in de rest van het jaar onveranderd blijven. Diverse macro-economische indicatoren duiden hierop. De inflatie is gedaald naar een acceptabel niveau van 3,32% (21 september 2007). De regering hanteert een maximum van 5%. Verder is de jaarlijkse groei in de kredietverlening de laatste jaren gestabiliseerd rond 30%. Eind juni was deze 25%. De krappe monetaire politiek geeft de banken minder ruimte, maar de instroom van (spaar)geld van vooral huishoudens is toegenomen. In 2007 bestaat 56% van de financiële activa uit tegoeden die bij banken uitstaan (2006: 47%). Tevens zijn de investeringen in aandelen en obligaties toegenomen van 5% in 2006 naar 6,3% in 2007[4]. Ondanks verhoging van het kasreserveratio biedt de instroom van gelden mogelijkheden voor de financiële sector.
Kortom:
India biedt voor veel sectoren tal van mogelijkheden. Er zijn veel kansen in de infrastructuur en de financiële sector. Risico’s zijn er voor sectoren die valutagevoelig zijn. Aangezien India als geheel niet exportafhankelijk is, zullen grote schommelingen in de valuta niet tot grote schokken leiden in de economische groei. Het krappe monetaire beleid van de RBI zal gehandhaafd blijven, maar de lage inflatie zal waarschijnlijk niet tot verdere verkrapping (lees: renteverhoging) leiden. India: een speler die haar positie op het wereldtoneel heeft ingenomen en verder zal uitbreiden.
Johan Smit, Intereffekt Investment Funds
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!