Opties in theorie en praktijk

Opties in theorie en praktijk

Opties in theorie en praktijk: regelmatig krijgen wij van abonnees vragen over opties. Soms zijn dat abonnees die nog nooit in opties gehandeld hebben. Maar er zitten ook abonnees tussen die al wel ervaring met opties hebben, positief dan wel negatief. In de komende weken zal ik de raadselen rond opties enigszins proberen te ontrafelen. Want opties zijn een prachtig instrument, maar je moet er wel goed mee omgaan.

In deze eerste aflevering ga ik vooral in op de basisbeginselen van opties. De volgende afleveringen richten zich eveneens op de meer ervaren optiebelegger. De aan de beurs verhandelde opties zijn gestandaardiseerd. Zo hebben opties, een enkele uitzondering daargelaten, betrekking op 100 aandelen.

Opties in theorie en praktijkBij de AEX gaat het om 100 maal de waarde van de index. Voorts zijn er vaste uitoefendata. Opties expireren op de derde vrijdag van de maand. Mocht de beurs op die dag dicht zijn, dan vindt de expiratie een dag eerder plaats.

De optiepremie

De koers van een optie wordt optiepremie genoemd. Deze is van veel factoren afhankelijk. Allereerst stellen we vast dat de optiepremie bestaat uit intrinsieke waarde en verwachtingswaarde. De intrinsieke waarde bij een calloptie is de onderliggende aandelenkoers minus de uitoefenprijs. De intrinsieke waarde bij een putoptie is de uitoefenprijs minus de onderliggende aandelenkoers. Een voorbeeld ter verduidelijking.

Voorbeeld Philips

Stel dat een aandeel Philips € 21 kost. Een calloptie met als uitoefenprijs € 20 heeft dan een intrinsieke waarde van € 1. Een putoptie met een uitoefenprijs van € 20 heeft in dit geval geen intrinsieke waarde. U gaat namelijk niet uw recht uitoefenen om tegen € 20 te verkopen, als u de aandelen op de beurs tegen € 21 kwijt kunt. De betreffende putoptie krijgt dus pas intrinsieke waarde als de beurskoers onder de € 20 noteert.

Opties in theorie en praktijk

Een optie met intrinsieke waarde noemen we ook wel in-the-money. Indien de aandelenkoers rond de aandelenkoers noteert, is de optie at-the-money. Van out-of-the-money spreken we indien er geen intrinsieke waarde is.

Bij de verwachtingswaarde is de resterende looptijd uiteraard van groot belang. Hoe langer de looptijd, hoe groter de kans dat de onderliggende waarde de juiste richting kiest. Bij een aandelenkoers van Philips van € 19 wilt u voor een calloptie met als uitoefenprijs € 20 waarschijnlijk niets betalen als de optie een dag later expireert. Indien nog maandenlang in de optie gehandeld kan worden, zal deze daarentegen minimaal enkele dubbeltjes waard zijn.

Volatiliteit

Ook volatiliteit ofwel de beweeglijkheid van de onderliggende waarde is van invloed op de optiepremie. Als de aandelenkoers sterk schommelt, is de kans groter dat de optie in- the-money raakt. Technologiefondsen zijn veelal volatiel. Het is bepaald niet uitzonderlijk dat de koers van ASML in een week met 10 procent stijgt of daalt. Daarentegen zie je een dergelijke koersontwikkelingen bij fondsen als Heineken en TPG maar zelden. Beleggers zullen voor een optie van ASML daarom gewoonlijk meer verwachtingswaarde willen betalen dan voor een optie van Heineken of TPG.

Dividendbetalingen

Toekomstige dividendbetalingen hebben eveneens invloed op de optiepremie. Dit is ook belangrijk bij opties in theorie en praktijk. Het dividend gaat immers van de aandelenkoers af. Dit gebeurt op de zogenaamde ex-dividenddatum. Het aanstaande ex-dividend gaan drukt logischerwijs de premie van een calloptie. De premie van een putoptie wordt juist positief beïnvloed. Hoewel het ex-dividend gaan de beurskoers doet dalen, is het effect op de optiepremie dus veelal beperkt. Het kan wel aantrekkelijk zijn om in-the-money callopties de dag voor het ex-dividend gaan uit te oefenen. Daarmee worden dus aandelen verkregen die recht geven op de aanstaande dividenduitkering.

Naar we hopen heb je in deze bijdrage veel geleerd over opties in theorie en praktijk.

Johan Wiering

Wat is een optie?

  • Een (aandelen)optie geeft het recht om aandelen voor een bepaalde prijs te mogen kopen of verkopen tot een bepaalde datum. Callopties vertegenwoordigen een kooprecht en putopties geven een verkooprecht. Wie dit moeilijk te onthouden vindt, moet het ezelsbruggetje call = koop maar hanteren.
  • De bezitter van opties op aandelen heeft twee mogelijkheden: verkoop of uitoefening. Doorgaans is het slechts verstandig om opties op de expiratiedatum uit te oefenen. Uitoefening is natuurlijk alleen zinvol als de optie een waarde heeft.
  • Uiteraard is het niet praktisch om indexopties uit te oefenen. Deze hebben immers betrekking op een mandje met aandelen. Zo bestaat de AEX uit 25 fondsen. Daarom vindt er bij indexopties een zogenaamde cash settlement plaats. Vroeger was hiervoor een vast tijdstip. Handelaren hebben er echter vaak belang bij dat de index op een bepaald niveau expireert. Zij  probeerden de index op dat tijdstip naar dat niveau te drukken. In verband hiermee wordt de expiratieprijs nu genomen op basis van de gemiddelde koers van de AEX tussen 15.30 en 16.00 uur.
0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.