Succes richt beleggingsfondsen ten gronde
Beleggingsfondsen kunnen ten onder gaan aan hun eigen succes. Leuke rendementen worden geboekt als het fonds klein is. Maar dit is slechts van tijdelijke duur. Het fonds zal namelijk steeds meer de aandacht van beleggers trekken en daarmee stroomt er geld in. Het fonds dat eerst als een sportwagen kon manoeuvreren, begint dan steeds meer op een vrachtwagen te lijken. Asset bloat is de term die in de fondsindustrie hiervoor gebruikt wordt. Morningstar waarschuwde in 2006 voor dit gevaar.
“Wat moet ik met al het geld!”
Een succesvol beleggingsfonds trekt steeds meer kapitaal aan, waardoor het steeds groter wordt. De fondsmanager knijpt zich in zijn handen en gaat feest vieren. Hij wordt alom geprezen om zijn kwaliteiten en wellicht bereikt hij de goeroestatus. Op een dag komt hij op kantoor en ziet dat het fondsvermogen fors is gestegen. In plaats van “yippie” te roepen wordt hij kwaad: “Wat moet ik met al het geld!” Hij weet er privé wel raad mee maar dat mag helaas niet. Een beleggingsfonds moet al het binnengekomen geld weer beleggen. Er moet dus meer gekocht worden van wat het beleggingsfonds reeds bezit. Het maakt dan niet uit of die aandelen te duur zijn.
Een groeiend vermogen in een beleggingsfonds kan ertoe leiden dat het voordeel van actief beheer volledig teniet wordt gedaan. Het gaat steeds meer op een indexfonds lijken, waardoor het onmogelijk wordt om de relevante beursgraadmeter (benchmark) te verslaan. Naarmate het fonds groter wordt, neemt het aantal strategische beleggingen af. Fondsmanagers kunnen het overvloedige geld niet aan en zijn gedwongen om hun beleggingen te spreiden, omdat ze anders een te grote positie in een aandeel opbouwen. Daarnaast kunnen ze ervoor kiezen om meer kasgeld aan te houden.
Mid Cap beleggingsfondsen
Het probleem van asset bloat doet zich vooral voor bij fondsen die in kleine of middelgrote bedrijven of in een specialistische sector beleggen. Zij nemen een belang in bedrijven met een relatief gering aantal uitstaande aandelen. De fondsmanager kan dan al gauw met gebonden handen zitten. Als hij meer koopt, kan hij zichzelf in de vingers snijden omdat de koers dan omhoog vliegt. Uiteindelijk zitten beleggers opgescheept met een beleggingsfonds dat grotendeels een indexfonds nabootst maar wel vijfmaal zoveel kost.
Sommige managers van snelgroeiende fondsen proberen dit effect te voorkomen. Anderen geven er juist aan toe. Zij hebben vertrouwen dat ze ook met een groter beheerd vermogen overweg kunnen. De deur sluiten, lost niet altijd het probleem op, in het bijzonder als bestaande cliënten nog kunnen inschrijven.
Indexbeleggen
Het bovenstaande lijkt een argument om voor indexbeleggen te kiezen. Maar ook indexfondsen zijn niet immuun voor marktontwikkelingen. Fondsen die de S&P500 volgden, hebben eind jaren negentig van de vorige eeuw enorm veel kapitaal aangetrokken. Dat was net die periode waarin de beursgraadmeter achterbleef. De kleinere fondsen boekten toen veel meer winst.
Moraal van het verhaal
Het gaat dus niet om indexbelegen versus actief beheerde beleggingsfondsen. In money management moet elke belegging die een grote populariteit geniet met argusogen bekeken worden.
Satilmis Ersintepe, De Kritische Belegger
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!