Venster op de VS

De meeste grote zakenbanken waren de afgelopen zomer nog van mening dat de economische groei nauwelijks te lijden zou hebben van de trapsgewijze renteverhogingen. Maar de jongste inflatiecijfers gooiden roet in het eten. De consumentenprijsindex (CPI) inclusief voeding en energie steeg in oktober met 4,3% op jaarbasis en de producentenprijzen met 5,9%. Tegen de achtergrond van verdere rentestijgingen zien beleggers de bui al hangen. Het woord stagflatie (inflatie in combinatie met een stagnerende economie) is al weer gevallen.

Vergelijkingen met de tweede oliecrisis van begin jaren ’80 doen opnieuw opgeld. Die gaan echter mank aan de veel betere inflatiebeheersing en de opkomende derde wereld op dit moment. Wel blijft de gigantische schuldcreatie gepaard met een te verwaarlozen spaarquote een zwak punt. Reserves om het tij te keren zijn er in wezen niet. De enige hulp komt tot dusver uit Azië en het Midden-Oosten in de vorm van een (petro)dollarstroom naar Amerikaans schuldpapier. Als deze ontwikkeling zich ook in 1979 had voorgedaan, dan zou de crisis destijds niet zo dramatisch zijn geweest. Door import uit de lagelonenlanden bleef de inflatie laag en was een lage rente sinds 11 september 2001 gerechtvaardigd.

Energievraag

Tegelijkertijd heeft de opkomst van de lagelonenlanden voor een veel grotere vraag naar energie gezorgd. En als de vraag stijgt bij een min of meer gelijkblijvend aanbod, gaat de prijs omhoog. Deze ontwikkeling werd versterkt door de orkanen Katrina en Rita, die zeker niet de laatste zullen zijn in dit energiegevoelige gebied. In januari stond er nog een prijs voor West Texas Intermediate olie van ruim $ 40 op de borden, die vervolgens opliep naar een recordprijs van $ 70. Dat record is puur toe te schrijven aan het ongeëvenaarde stormgeweld in de Mexicaanse Golf. Inmiddels is de olieprijs weer gedaald tot circa $ 57 en is de druk van de ketel, maar waar ligt de bodem en hoe lang houdt die stand?

Tekortfinanciering

De hoge olieprijs is nog onvoldoende ingeprijsd in de economie en dat zal ongetwijfeld leiden tot verdere renteverhogingen. Beleggers zijn gewaarschuwd en beginnen zich af te wenden van de VS. Maar wat zijn de alternatieven? Vooralsnog gooit Azië de hoogste ogen, maar ook daar heeft men te maken met de hoge olieprijs. Energie wordt in dollars gekocht en voorzover deze landen importafhankelijk zijn, kan er minder in Amerikaans schatkistpapier worden gestoken. Dat kan een kettingreactie losmaken in de financiële wereld. De grootste angst van de baas van het stelsel van Amerikaanse centrale banken, Greenspan, is dan ook de tekortfinanciering in de nabije toekomst. Dat is een tweede reden voor een verdere renteverhoging in de VS. Dat is natuurlijk niet positief voor de ontwikkeling van de bedrijfswinsten en ondersteunen de huidige relatief hoge koers-winstverhoudingen bepaald niet.

Binnenlandse bestedingen

Daar komt bij dat de ontwikkeling op de hypotheekmarkt evenmin hoopvol stemt. De hypotheekrente in de VS is gestegen tot boven de 6%. Als de huizenprijzen niet meer stijgen en eerder neigen te dalen, zoals in de regio New York, dan zal de Amerikaanse consument bij een gelijkblijvend inkomen niet opnieuw de meerwaarde van zijn huis kunnen opeten. Het sterk gegroeide energiebeslag op zijn portemonnee leidt er mede toe dat hij minder te besteden heeft. De binnenlandse groei wordt hiermee niet langer gestimuleerd en deze ‘bubbel’ dreigt leeg te gaan lopen. Nog een veeg teken: staffunctionarissen van diverse Amerikaanse bedrijven zijn al sinds februari bezig om aandelen in hun eigen bedrijf van de hand te doen.

De biljoenen dollars aan beleggingsgeld moeten echter ergens ‘geparkeerd’ worden. Zolang de Amerikaanse rente met afstand boven de rentestanden in andere regio’s (Europa, Azië) staat, zal de dollar tot op zekere hoogte gewild blijven. Vooral talrijke (bedrijfs)pensioenfondsen in de VS, die gezamenlijk met een tekort van dik $ 360 miljard te kampen hebben, zullen deze ontwikkeling aangrijpen. Maar voor aandelenbeleggers valt hieruit weinig voordeel te behalen.

Alternatief

Een lagere bestedingsruimte in de VS heeft ongetwijfeld gevolgen voor de Aziatische export naar de VS. Deze negatieve ontwikkeling kan alleen worden opgevangen door stimulering van de binnenlandse vraag in Azië. Vooral China gaat hieraan hard werken door middel van het nieuwe vijfjarenplan. Ook India timmert flink aan de weg. Azië wordt pas echt een economische grootmacht zodra men niet langer afhankelijk is van de dollar. Dat is ook de Aziatische doelstelling. Het initiatief van de Asian Development Bank om tot een equivalent van de euro te komen vormt hiertoe de eerste aanzet. Dat zou bijdragen aan een verbreding van de wereldeconomie. Daarbij wordt duidelijk dat er in Azië duidelijk sprake is van een groei-economie die vergelijkbaar is met die van Europa na de Tweede Wereldoorlog. In de VS is juist sprake van een verzadigingseconomie, die alleen met innovatie en productiviteits-verbetering op de been kan worden gehouden.

Europa?

Welke rol speelt Europa in dit spectrum? Er zijn zeer voorzichtige tekenen dat de conjunctuur niet verder wegglijdt. Maar ook Europa is tot een verzadigingseconomie ‘verworden’. De Europese economie stagneert nog steeds ondanks een lage rente, terwijl de inflatie voorzichtig toeneemt. Verder zijn de lonen te hoog en dreigt het sociaal stelsel onbetaalbaar te worden met een onhoudbare pensioensopbouw in enkele Zuid-Europese landen voorop. Voorts zijn de twijfels toegenomen over de toekomst van de Europese Unie en de euro. Alleen een sterkere dollar zou Europa een steuntje in de rug kunnen geven. Hierdoor zou niet alleen de exportpositie verbeteren, maar ook de balanspositie van de bedrijven met belangen in de VS.

Robert Broncel, Invision Investments

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.