Venster vanuit de VS

Het lijkt alsof er een flagrante marge bestaat tussen de gepubliceerde economische cijfers en de beursuitslagen. Deze laatste gingen vanaf de redding van Bear Stearns in maart autonoom verder omhoog. Dat was opvallend, maar valt weer samen met de algemeen optimistische kijk op de toekomst. Vandaag mag slecht zijn doch morgen wordt het beter, zo redeneert men, ook al ontbreekt hiertoe vooralsnog een steekhoudend argument.

Doemdenken zoals wij dat hier kennen, is Amerikanen vreemd. Bijgevolg wordt er anders op de toekomst geanticipeerd dan in Europa. Om dezelfde reden slaat de penduleslinger hier soms ook te ver door en moet er eerst een opmerkelijke ontwikkeling plaats vinden voordat een keerpunt wordt gemarkeerd. Op dat omslagpunt vindt er dikwijls een stevige soms overdreven reactie plaats. Dit komt omdat men hier sneller het zicht op de balans kwijt is. Dit fenomeen is bij de centrale bank als ook bij de Amerikaanse regering bekend. Vandaar het snelle optreden om een ineenstorting van de markt te voorkomen. De instrumenten daartoe raken echter wel steeds meer uitgeput. Veel schuld, een wagenwijd open staande geldkraan en een lage rente zijn geen krachtwapens! De lage dollar en de verzwakte economie zijn daarvan het bewijs. Alleen goudverkoop als laatste redmiddel blijft dan over, maar voor hoe lang?

Huizenmarkt

Daar de huizenmarkt voor een belangrijk deel de richting van de economie bepaalt, ging het mij, tijdens mijn recente bezoek aan de VS, vooral om het aantal for sale bordjes in wijken die ik een half jaar geleden ook al had bezocht. Hoewel beslist niet maatgevend voor de gehele Amerikaanse markt, heb ik mij beperkt tot de markt rondom het financiële centrum van New York. Wat opviel, is dat de residentiële markt in het hart van de stad nog nauwelijks is getroffen, met een eerder stijgend dan een dalend prijsniveau, terwijl in New Jersey de duurdere woningen nog voor een belangrijk deel buiten schot zijn gebleven. Dat is opvallend in een omgeving waarbij de banken toch gevoelige klappen hebben opgelopen. Kennelijk vindt het ontslagen personeel toch vrij gemakkelijk een andere baan. Als zodanig lijkt er inderdaad in dit gebiedsdeel nog niet zoveel aan de hand.

Marktvertrouwen

De wetenschap dat het ministerie van Financiën eendrachtig samenwerkt met de centrale bank en omgekeerd, geeft zoveel vertrouwen dat men durft te zeggen dat het ergste achter de rug is en het bijgevolg alleen maar beter kan worden. Dit is een belangrijke reden waarom op Wall Street de koersen op een hoog niveau blijven vigeren. Anderzijds is ook duidelijk geworden – zie mijn laatste column – dat de Fed bijspringt om de beurs in opwaartse richting bij te sturen. Hiermee moet vooral het vertrouwen weer worden opgepoetst. Uitspraken van minister van Financiën Henry Paulson als zouden de markten zich weer herstellen van de credit crunch dienen het zelfde doel. Wijselijk werd deze stelling niet onderbouwd.

Lifestyle

De comfort economie legt een dusdanig nadrukkelijk stempel op de lifestyle van de gemiddelde Amerikaan dat die niet zo maar wordt opgegeven. Daartoe is men bereid diep in de buidel te tasten en schulden te maken, totdat de bank ziet zich daarmee in eigen staart te bijten. Volgens het merendeel van de Amerikaanse zakenwereld zal dat “bijten” in de tweede helft van dit jaar al weer grotendeels tot de voltooid verleden tijd behoren.

Om die reden durft men dan ook al weer meer schulden te maken, zelfs bij een flink hogere rente. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de sterk gestegen credit card borrowing met een stijging van $15,3 miljard of 7,9% in maart ten opzichte van de maand ervoor. Deze stijging is alleen te verklaren doordat de banken de poort nagenoeg hebben dichtgesmeten. De consument probeert z’n ‘schuldcomplex’ vooruit te duwen. De totale credit card schuld is door de Fed berekend op een bedrag van $ 957 miljard of $ 6000  per werkende Amerikaan, terwijl hierop intussen een rente van 20% (!) in rekening wordt gebracht. De VISA’s, American Express en Mastercards bieden dan een soort last resort, voor zover deze nog vertrouwen in hun klanten behouden, in de wetenschap dat thans een slordige 12 miljoen huishoudens met een negatieve equity zitten (het huis is minder waard dan de hypotheek).

Langere adem

Een omslagpunt of crisis leidt evenwel tot bezinning en niet tot business as usual. Waar het risicobesef nagenoeg van de beleggingskaart was verdwenen, is dat nu weer terug. De onbezonnen collateral damage produkten vragen natuurlijk om regulering. Regulering impliceert aanpassing en aanpassing vergt tijd en langere adem.

Hogere prijskaartjes en nieuwe uitdagingen

Voorts wordt er nog veel te weinig rekening gehouden met de toenemende inflatie. Dat geldt met name de sectoren die men bij voorkeur buiten het inflatiecijfer wenst te houden: voeding en energie (een gallon benzine kost intussen $ 3,53), maar betreft natuurlijk het gehele scala aan grondstoffen.

Ook wordt er nagenoeg volledig voorbijgegaan aan de inspanningen die men zich zal moeten getroosten om de gevolgen van de klimaatsverandering te beheersen. Die vergen veel geld. Verder wordt er nauwelijks stil gestaan bij de totaal verouderde piping infrastructuur (vooral riool en waterleiding). De overheid heeft geen geld dus de centjes dienen wederom geleend te worden. Vervanging wordt uitgesteld totdat zich ergens een breuk manifesteert.

Bij de snelle prijsoploop gaat steeds meer koopkracht verloren, waarbij opgeteld dat de Aziatische producten duurder gaan worden naarmate de loonkosten in dat werelddeel stijgen. Deze nieuwe uitdagingen hebben zich nog veel te weinig in het huidige denken genesteld. Edward Yardeni, één van de bekendste analisten, is van mening dat niet alleen de Amerikaanse maar de gehele wereldeconomie de komende jaren zal lijden onder de toenemende stijging van de grondstoffenprijzen. De snelheid hiervan zal echter afnemen naarmate de stijging doorzet.

Weinig positief perspectief

Zolang bedrijven niet meer, maar eerder minder winst zullen laten zien, is er voor aandelen geen reden tot stijging. In 2007 lieten 183 van de Fortune-500 bedrijven een winstval zien, terwijl er 57 met een verlies bleven zitten. Deze verliezen stegen van $ 48,4 miljard in 2006 naar 116,7 miljard in 2007. De verwachting is, dat het aantal defaults sterk zal toenemen. Daar blijft het niet bij. Ook locale overheden dreigen in de problemen te komen vooral in regio’s waar de huizenprijzen en bijgevolg de onroerendgoedbelasting sterk teruglopen.

De meeste van deze bedrijven staan maar een paar stappen van de consument af. Als deze nu z’n koopkracht en tegelijk z’n financiële vermogen ziet afnemen dan biedt zulks voor het bedrijfsleven geen opwekkend perspectief. Voor de ingenieuze zakenbanken dreigen er ook nog miljardenclaims, omdat ze worden beschuldigd van misleiding met betrekking tot de inherente risico’s van de ‘fraaie’ hypotheekproducten die ze nota bene buiten hun eigen balans om hebben verkocht.

Door de gemakkelijke beschikking over leenkapitaal ontstond er een soort zelfbestendigende cyclus van lenen en kopen. De tijd van easy and cheap money is nu definitief voorbij. Voor zover bedrijven nog over voldoende eigen zitvlees beschikken, hoeven ze geen beroep op de duurdere en minder toegankelijke kapitaalmarkt te doen. Deze bedrijven zullen het minst lijden onder het huidige bestek.

Toenemend risico voor pensioenfondsen

Anderzijds stroomt er een hoop geld binnen bij de pensioenfondsen en de rijke olielanden. Dat geld zoekt ook weer een bestemming, voor een niet onbelangrijk deel op de beurs. Op zich mag dat geen garantie voor een nieuwe beursstijging vormen, tenzij men opnieuw bereid is een hogere risicopremie te accepteren. Je moet er anderzijds niet aan denken dat de beurzen verder zouden dalen. Gegeven de huidige marktfactoren is dat toch een voor de hand liggende gevolgtrekking. De pensioenfondsen zitten al met het probleem van een lage korte rente. Deze fondsen zullen wellicht gedwongen worden om hoger renderende junk bonds met weliswaar een hogere rente maar tegelijk ook met een aanzienlijk hoger risico te kopen. Dat zelfde risico ligt ook in de aandelenbeurzen opgesloten.

Samenvatting

Kortom, het economisch Umfeld kent een aantal serieuze hazards die voor de komende jaren de toon zullen zetten. Derhalve blijft het credo: beleggen met de vinger steviger dan ooit aan de pols. Uit de putprijzen valt op te maken dat de markt er stellig niet gerust op is en het vertrouwen bijgevolg te wensen over laat.

Robert Broncel, score-investments.nl

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.