Vraagtekens bij aanpassing boekhoudregels
De markten stegen vorige week donderdag op basis van een goed-nieuws-show. Het beste nieuws betrof de aanpassing van de boekhoudregels van moeilijk te waarderen beleggingen. Het grote nieuws was dat de FASB (Financial Accounting Standard Board), de instantie die de Amerikaanse boekhoudregels maakt, overstag lijkt te gaan. Instituten hoeven hun beleggingen waar nu geen kopers meer voor zijn, niet te waarderen tegen marktprijzen (lees: wat de gek ervoor geeft), maar kunnen hun eigen waarderingsmodellen hanteren.
Even voor de duidelijkheid: de FASB geeft aan dat er drie soorten (buckets) van beleggingen zijn: niveau 1, 2 en 3. Bij Level One gaat het om beleggingen die dagelijkse, meestal zelfs continue prijsvorming hebben, bijvoorbeeld beursgenoteerde effecten. Die moeten we gewoon tegen marktprijzen (mark-to-market) blijven waarderen. Daar verandert dus niets aan de regels.
Bij Level Two verandert er ook nog niets. Hier gaat het om beleggingen die niet een continue prijswaardering hebben op de beurzen, maar waarbij er wel voldoende input uit de markt is om de betreffende beleggingen tegen marktprijzen te waarderen, zoals bijvoorbeeld bij een dun verhandelde obligatie van een lokale overheid. Tot slot hebben we Level Three. Hier gaat het om beleggingen waar hoegenaamd geen handel meer in is. Hier mogen banken kiezen voor een eigen waarderingsmethode (mark-to-model).
Op 7 november vorig jaar schreef ik een column onder de titel: Drie maatregelen tegen het grote afwaarderen. In die column pleitte ik er al voor dat de boekhoudregels op deze manier zouden worden aangepast. Nu zou je denken dat ik blij ben dat het dan toch eindelijk lijkt te gebeuren (en dat je achteraf gelijk lijkt te krijgen), en dat ben ik natuurlijk ook wel een beetje. Maar de eventuele invoering van de nieuwe boekhoudregels is wel wat laat en in de huidige omstandigheden ook erg verwarrend.
Er is door de (oude) boekhoudregels al veel stukgemaakt. Veel beleggers met minder sterke zenuwen zijn de beleggingsarena (waarschijnlijk voor lange tijd) uitgevlucht. We hadden de schade (van enorm hard dalende prijzen) al veel eerder moeten proberen te repareren. Het is een beetje ‘als het kalf verdronken is, dempt men de put’. Ten tweede vraag ik me af wat er nu met het opkoopprogramma van giftige beleggingen (het plan van Geithner) moet gebeuren.
Misschien kunnen de boekhoudregels prima naast het opkoopprogramma functioneren, maar wat is nu het voordeel om de beleggingen te verkopen als een bank ze ook tegen zijn eigen waarderingsmodel op de balans mag zetten? Bestaat er nu niet de kans dat het opkoopprogramma mislukt? Of dat beleggers denken: ‘hé, waarom verkoopt de bank die assets niet, en die andere wel?’ Eerst met een opkoopprogramma komen en vervolgens met deze nieuwe boekhoudregels. Het komt niet erg gecoördineerd over.
Ten derde praten we hier over de FASB, en niet over de IFRS-regels zoals die in Europa zijn ingevoerd. Gaan we hier het voorbeeld van de VS volgen? Als het niet wereldwijd gecoördineerd gebeurt, blijft het toch een beetje halfbakken. Hoe dan ook, vorige week donderdag stegen de beurzen door een cocktail van goed nieuws (bijvoorbeeld ook de geldinjectie die het IMF krijgt van de G20). In zo’n situatie zijn er maar weinigen die er om malen dat het wellicht toch allemaal wat vreemd gaat.
Harry Geels, Inmaxxa
Harry Geels is directeur Research en partner bij INMAXXA met kantoor te Naarden (www.inmaxxa.nl). Daarnaast is hij uitvoerend hoofdredacteur van Technische en Kwantitatieve Analyse (TKA). De informatie in deze opinie is niet bedoeld als individueel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. De standpunten en vooruitzichten van Geels geven zijn mening weer in zijn hoedanigheid als directeur Research.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!