Waarom verkoopt Nout ons goud?

Een aantal jaar geleden vertelde een bankier van De Nederlandsche Bank mij een mooie anekdote over Nout Wellink. Volgens hem riep Wellink op het Frederiksplein regelmatig tegen zijn collega bankiers: “Je mag maar over twee zaken liegen, over rente en over goud.”Ik moest hier onmiddellijk aan denken tijdens het lezen van de NRC van zaterdag 9 mei. Roel Janssen ging terecht in op het nieuwsbericht van de Financial Times over de uitverkoop van goud door westerse centrale banken. Deze uitverkoop, waarin De Nederlandsche Bank – door haar historisch grote goudvoorraad van ruim 1500 ton – een centrale rol speelt, gaat namelijk tot op de dag van vandaag door. En helaas wordt over dit gevoelige onderwerp inderdaad nooit de werkelijke waarheid verteld.

Dit tot groot plezier van landen als Rusland en China. De recente aankondiging van de Chinese overheid, dat ze de afgelopen jaren ongeveer 500 ton extra goud heeft gekocht (evenveel als ons land in ruim 10 jaar heeft verkocht), maakt duidelijk dat er iemand erg blij wordt van onze goudverkopen.

De afgelopen maand is er trouwens meer monetair nieuws uit China gekomen dan de afgelopen vijf jaar bij elkaar. Nu ons financiële systeem in een ‘Endgame’ fase lijkt te zijn beland, is duidelijk dat dit land zich financieel aan het herpositioneren is. De Chinezen zijn duidelijk op de hoogte van de eeuwenoude ‘Golden Rule’ op geopolitiek gebied. “He, who has the gold, makes the rules.”

Ook na de laatste G-20 bijeenkomst in Londen werd goud, door onze autoriteiten, weer ‘misbruikt’. Volgens de Britse premier Gordon Brown wil het IMF “het goud van de rijke landen verkopen om de armste landen te helpen””. Britse journalisten wezen fijntjes op het feit dat Gordon Brown al verschillende keren eerder met vergelijkbare uitspraken heeft geprobeerd de goudprijs ‘omlaag te praten’. Ook maakte Gordon Brown zich in 1999 als minister van Financiën onsterfelijk door een groot deel van de Britse goudvoorraad op het dieptepunt van de goudmarkt tegen $ 250 per ounce te verkopen. Een heldhaftige poging om de goudmarkt knock-out te slaan. Het leidde prompt tot een opstand onder grote goudproducerende Afrikaanse landen. Na dit rumoer werd afgesproken dat de westerse centrale banken nog ‘maar’ maximaal 500 ton goud per jaar mochten verkopen. Maar deze afspraak, het zogenaamde Washington Agreement, wordt nu al jaren omzeild door goud nu ‘uit te lenen”. Daarover straks meer.

Het patroon van leugens rond onze goudverkopen heeft ervoor gezorgd dat er vrijwel niemand meer beseft wat er werkelijk speelt op de goudmarkt. Het bedrog is wel begrijpelijk omdat er geen andere belegging is, waarbij de politieke gevoeligheid zo groot is. Na de loskoppeling van geld en goud moest het vertrouwen in waardepapier zo groot mogelijk blijven. De strijd tegen goud werd sinds 1971 voor de Amerikanen van levensbelang. De Verenigde Staten zegden toen eenzijdig de belofte uit 1944 op dat dollars altijd omgeruild kunnen worden voor goud. Een vlucht uit de dollar naar goud zou het einde kunnen betekenen van de dollar als wereldreservemunt en een einde betekenen van de Amerikaanse hegemonie. Deze moest dus ten koste van alles worden afgeremd.

Nu de geldpers harder draait dan ooit en deze vlucht uit papier als gevolg van de kredietcrisis op gang is gekomen, is het van groot belang voor centrale bankiers om te voorkomen dat de goudprijs door de cruciale 1000-dollargrens breekt en nog meer beleggers wakker worden. Opvallend in dit verband is het feit dat goud de afgelopen maanden in alle valuta een nieuw record heeft gezet, behalve in dollars. Dit is bereikt door, dag na dag, op de Amerikaanse termijnmarkten goud op papier ’te verkopen”. Een ander veelzeggend detail is het feit dat de officiële Amerikaanse Mint de productie en verkoop van gouden munten drastisch heeft beperkt, terwijl de vraag naar de Amerikaanse Golden Eagle is geëxplodeerd.

Zijn dit allemaal wilde complottheorieën? Nee, de afgelopen jaren hebben verschillende rapporten een duidelijk beeld opgeroepen over de manipulatie van de goudprijs. Zo schreef de Amerikaanse Citibank, kort na het uitbreken, dat “goud werd geconfronteerd met stevige tegenwind veroorzaakt door de goudverkopen van centrale banken, die duidelijk bedoeld was om de stijging van de goudprijs af te remmen.”

Deze publicatie van Citibank volgde na een uitgebreid rapport van de Franse bank Crédit Agricole een jaar eerder. Ik citeer: “”De goudprijs is stelselmatig laag gehouden door verkopen van westerse centrale bankvoorraden en door naast de goudverkopen ook nog extra goud uit te lenen, is de goudprijs de afgelopen 10 jaar kunstmatig verder onderdrukt.”

Deze “gouduitleentruc” was dus nodig geworden na het zogenaamde Washington Agreement die de directe verkoop van goud tot jaarlijks 500 ton beperkt. Aan dit zogenaamde uitlenen (leasen) van goud is ook door De Nederlandse Bank de afgelopen jaren enthousiast meegewerkt. Een bevriende macro-econoom werkzaam bij De Nederlandsche Bank gaf me ooit de volgende verklaring voor het uitlenen. Hem was verteld dat het goud werd uitgeleend aan arme juweliers in India, die nadat ze hun producten hadden verkocht weer genoeg geld hadden verdiend om het goud terug te geven.

De werkelijkheid is helaas wat minder prozaïsch. Het uitgeleende goud gaat linea recta naar de zogenaamde ‘Bullion Banks’ die, hoe kan het ook anders, voornamelijk gevestigd zijn op Wall Street.

De jaarverslagen van De Nederlandsche Bank bevestigen deze praktijken. Waar in de jaren tachtig nog gewoon melding werd gemaakt van de post ‘Goud’ op de balans, staat er de afgelopen jaren duidelijk vermeld dat het gaat om ‘Goud en goudvorderingen’. Deze goudvorderingen hebben duidelijk betrekking op het ‘uitgeleende goud”. Probleem is alleen dat vrijwel alle westerse banken op deze manier een belangrijk deel van hun goud hebben uitgeleend, waardoor het voor deze banken onmogelijk is geworden om dit uitgeleende goud ooit weer terug te ontvangen. De mogelijkheid van het uitlenen van goud, door westerse centrale banken, werd trouwens al in 1998 bevestigd door de voormalige voorzitter van de Federal Reserve Alan Greenspan. In het Amerikaanse Congres verklaarde hij dat “centrale banken klaar staan om voldoende goud uit te lenen, als de goudprijs sterk gaat stijgen.”

De Amerikaanse actiegroep GATA, een soort financiële Greenpeace, heeft onthuld dat het IMF met een meesterlijke vorm van boekhoudfraude centrale banken toestaat het uitgeleende goud gewoon op de balans te laten staan. Maar omdat dit goud ook al is verkocht, is hierdoor sprake van een dubbeltelling. Als gevolg van deze dubbeltelling is naar schatting van verschillende analisten de goudvoorraad van de westerse centrale banken de helft van de 30.000 ton die er officieel in de boeken staat.

Het dumpen van goud uit de kluizen van centrale banken is nodig om het gat tussen wereldwijde productie en vraag te dichten. De jaarlijkse vraag naar goud bedraagt een kleine 4000 ton, terwijl de productie maar een kleine 2500 ton bedraagt. Zonder deze extra goudverkopen was de goudprijs al lang geëxplodeerd.

In het boek ‘Goldwars’ (2002) van de helaas in 2006 overleden Zwitserse bankier Ferdinand Lips is te lezen dat de manipulatie van de goudprijs geen nieuw verschijnsel is. Al in de jaren zestig werd door centrale bankiers de zogenaamde ‘London Gold Pool’ opgericht. Met als doel de goudprijs op een lage prijs van $ 35 per ounce vast te houden. Door een toenemende vraag naar goud viel deze samenspanning, waar De Nederlandsche Bank ook al deel van uitmaakte, eind jaren zestig uit elkaar.

Wie bij centrale bankiers informeert naar de reden van de goudverkopen, krijgt vaak te horen dat het goud geen rente of dividend oplevert en beter kan worden omgeruild voor bijvoorbeeld Amerikaanse staatsobligaties. Maar ook in dit geval zijn ze niet zo eerlijk erbij te vertellen dat rente en dividend een vergoeding zijn voor het risico op faillissement waar goud geen last van heeft en dat de dollar de afgelopen eeuw, ten opzichte van goud, met meer dan 95% is gedaald.

En nu we toch een beroep doen op de eerlijkheid van bankiers is de vraag op zijn plaats waarom de CV van Nout Wellink niet gewoon vermeldt dat hij lid is van de Amerikaanse lobbyclub ‘The Trilateral Commission’. Ik begrijp de geheimzinnigheid wel. Dit lidmaatschap is natuurlijk niet te verenigen met zijn onafhankelijke positie als president van De Nederlandsche Bank. The Trilateral Commission, officieel opgezet om de VS, Europa en Japan dichter bij elkaar te brengen, is volgens critici vooral opgezet om de Amerikaanse belangen te dienen. Wat dat betreft heeft de heer Wellink zijn lidmaatschap zeker verdiend.

Zo steunde hij, als president van de BIS in Bazel, jarenlang het Amerikaanse beleid van Alan Greenspan om de financiële wereld ongereguleerd te laten. Hierdoor was het voor Wall Street bankiers kinderlijk eenvoudig om haar risico’s en verliezen, met behulp van derivaten, wereldwijd te dumpen en de boekhoudkundige winsten als bonus te verdelen. Maar dat hij ook op verzoek van de Amerikanen ons goud zou dumpen om zo de dollar te ondersteunen, verbaast mij tot op de dag van vandaag.

Van onze oorspronkelijke goudvoorraad van 1500 ton goud is nog slechts een kleine 700 ton over. Hiervan is trouwens een belangrijk deel op Wall Street opgeslagen, uit angst voor een invasie (geen grap). Gelukkig begint binnenkort de parlementaire enquête naar de oorzaak en achtergronden van de kredietcrisis.

Willem Middelkoop

Willem Middelkoop is auteur van ‘Als de dollar valt’ en als goudbelegger oprichter van het Gold&Discovery Fund en de webwinkel Amsterdamgold.com. Dit opiniestuk is geschreven door Willem Middelkoop voor NRC Handelsblad van zaterdag 16 juni.

1 antwoord

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.