Yieldcrossovers en nog meer over yields
Vorige week schreef ik over yieldspreads, het verschil in yield (rendement) tussen verschillende soorten financiële instrumenten. Barron’s, het bekendste en meest toonaangevende beleggingsweekblad in de wereld, sprak van een historische yieldcrossover. Wat wordt daarmee bedoeld?
Het verschil in yield tussen bijvoorbeeld staatsleningen en bedrijfsobligaties is groter dan ooit. Afhankelijk van de kwaliteit van de obligaties zit er al snel zo’n 7-10% rendementsverschil tussen staatsleningen en bedrijfsleningen. Daar kunt u als belegger van profiteren, mits er niet al te veel bedrijven failliet gaan de komende tijd.
Vorige week schreef Barron’s ook over spreads. Volgens Barron’s is er sprake van een historische yieldcrossover. Het dividendrendement van de S&P500 (‘dividend yield’) is nu hoger dan het rendement op 10-jaarsstaatsleningen (‘bond yield’). Volgens Barron’s is dit historisch omdat het niet al te vaak zou voorkomen. Volgens het blad kwam dit voor het laatst in de jaren zeventig voor.
Normaal gesproken is het dividendrendement van aandelen lager dan dat van obligaties, omdat obligaties meer zekerheid op afbetaling hebben. Obligatiehouders staan vóór aandeelhouders in de rij bij een eventueel faillissement. Dat aandelen nu meer rendement geven dan obligaties, zou volgens Barron’s kunnen betekenen dat aandelen goedkoop zijn. Het blad is daarmee in goed gezelschap; dit beweert Warren Buffett namelijk ook al een tijdje.
Aandelen zijn nu net zo goed als in de jaren zeventig (overigens waren aandelen in die tijd een paar jaar lang goedkoop). Het kan ook zijn dat obligaties te duur zijn, of een beetje van allebei. Dat aandelen nu meer yield hebben dan obligaties, is ook een teken van extreme risico-intolerantie. Beleggers willen alleen maar veiligheid en voor veilige spullen (staatsleningen) wordt nu (te) veel betaald.
Barron’s berekent het dividendrendement van de S&P500-aandelen nu op 3,57% en het rendement op 10-jaarsstaatsleningen op 3,54%. Normaal gesproken zit er een aardige correlatie in de beweging van aandelen- en obligatierendementen. Ze gaan op lange termijn beide dezelfde richting op. Stijgt het rendement op obligaties (stijgt de rente), dan stijgt het dividendrendement mee (alleen dus met een flinke marge daartussen. Vergist u zich niet in de figuur, er worden twee verschillende schalen gebruikt.)
Ik schrijf hier niet voor niets over. Ik geloof inderdaad ook dat aandelen steeds goedkoper worden. En goedkoop kun je alleen beoordelen in relatie tot iets anders. Aandelen worden steeds goedkoper ten opzichte van obligaties bijvoorbeeld, of goedkoper dan ze een paar jaar geleden waren. Zo’n situatie kan kort of lang aanhouden. Dat is de moeilijkheid. Maar binnen een jaar of wat herstellen de normale verhoudingen altijd weer. Daar houd ik me nu even aan vast.
Harry Geels, Inmaxxa
Harry Geels is directeur Research en partner bij INMAXXA met kantoren in Maastricht en Dronten (www.inmaxxa-research.nl ). Daarnaast is hij uitvoerend hoofdredacteur van Technische en Kwantitatieve Analyse (TKA). De informatie in deze opinie is niet bedoeld als individueel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. De standpunten en vooruitzichten van Geels geven zijn mening weer in zijn hoedanigheid als directeur Research.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!