Banken werken procyclisch

Men is nog wel eens bang dat er geld wordt opgepot. Dat het spaargeld niet wordt geïnvesteerd. Dat de fout ligt bij de spaarders die hun geld vasthouden. Maar spaargeld wordt wel degelijk geïnvesteerd. De oorzaak, dat er toch minder wordt geïnvesteerd, is het systeem van fractioneel reservebankieren.

Laten we eerst uitgaan van een situatie met een vaste geldhoeveelheid. Hoe zou het dan kunnen gebeuren, dat sparen niet leidt tot investeren? Dat is eigenlijk nagenoeg onmogelijk. Een spaarder zal altijd rente willen ontvangen op zijn spaargeld. En dat is alleen maar mogelijk als zijn geld wordt uitgeleend aan anderen. Rente ontvangen, betekent dat het geld is uitgeleend aan een ander.

Als een spaarder geld uitleent, dan wordt dat geld geïnvesteerd. Alleen in het geval dat er geen investeringsmogelijkheden meer zijn, zal hij genoegen moeten nemen met echt oppotten en dat kost geld. Het geld dat hij dan in bezit heeft, gaat dan de kluis in en de bank zal hier een vergoeding voor vragen. Als er geen mogelijkheden meer zijn om je geld tegen rente weg te zetten, ben je gedwongen om het op te potten. In dit systeem is het zo dat als mensen onzeker worden, en daardoor meer sparen, de rente omlaag gaat. In een laagconjunctuur gaat de rente omlaag en in een hoogconjunctuur gaat de rente omhoog.

In de huidige tijd komt het niet voor dat je geen rente meer krijgt. Maar betekent dat ook dat je geld geïnvesteerd wordt? In een systeem met fractioneel reservebankieren is deze vraag lastiger te beantwoorden. De bank kan geld uitlenen zonder dat het spaargeld heeft. Wat er gebeurt, is dat het vertrouwen van de banken een grote rol gaat spelen. Ik bedoel hier dus het vertrouwen dat banken hebben in de economie en het vertrouwen dat anderen hebben in de bank.

Heeft de bank vertrouwen in de toekomst dan neemt ze meer risico. Ze durft een kleine kasreserve aan te houden om de tegoeden te dekken. Verder durft de bank ook te werken met een laag eigen vermogen. Een laag eigen vermogen betekent hogere risico’s, maar daar staan ook hogere rendementen tegenover. Er worden in deze situatie makkelijk kredieten verstrekt en de bank zal een lage rente vragen.

Gaat het wat slechter, dan wordt de bank voorzichtiger. Ze zal nu minder uitlenen. De kasreserve en het eigen vermogen nemen relatief toe. De bank is terughoudend met uitlenen en wil meer spaargeld aantrekken. De rente zal hierdoor oplopen.

Het gedrag van banken leidt tot een hogere rente in een laagconjunctuur en een lagere rente in een hoogconjunctuur. In een systeem met volledige dekking gebeurt juist het omgekeerde. In een laagconjunctuur zullen mensen meer gaan sparen en wordt er minder geleend. Dit zorgt voor een lagere rente.

Doordat de fractionele reserve van banken iets is wat toegestaan is onder de huidige wet- en regelgeving, ontstaan grote problemen. Het bankieren is daardoor een factor geworden die procyclisch werkt. In een vrije markt zal dit effect beperkter zijn. De banken moeten dan voorzichtiger zijn en zullen eerder stoppen met de kredietexpansie. Nu de overheid de banken beschermt, nemen ze juist meer risico en zetten ze dit risicovolle spelletje veel verder door dan verstandig is.

Om dit effect te compenseren, forceren centrale banken de rente omlaag. Elke vorm van vrije prijsvorming is dan zoek. Door de fractionele reserve van banken is er opwaartse druk op de rente in een laagconjunctuur. De fractionele reserve wordt weer verhoogd en dat gaat gepaard met een krimp van de kredietverlening. Vervolgens gaat de centrale bank meer geld in het systeem pompen om de rente weer omlaag te krijgen. De tegengestelde krachten verstoren het systeem totdat het een keer echt uit de bocht vliegt. Het is alsof je een brand gaat blussen met een jerrycan benzine. Gerald O’Driscoll zei het heel treffend: “The central bank is like an arsonist watching a fire he set, expressing amazement at how such an event could have happened. The Fed created a moral hazard by first, implicitly, then explicitly promising to bail investors out of risky commitments.”

De overheid creëert vaak problemen door haar eigen beleid. Deze problemen leiden tot onrust en politieke druk. Vervolgens wordt het beleid niet afgeschaft, maar wordt er een volgende domme regel toegevoegd als ‘oplossing’. Volgens mij zijn de financiële markten wat dat betreft het summum van het stapelen van stupide beleid. Vervolgens wordt er gezegd dat de financiële markten duidelijk aantonen dat vrije markten niet werken en gereguleerd moeten worden.

Marcel Meijer, www.devrijeeconomie.nl

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.