Goud gaat toppen…..in 2017

Martin Armstrong behoort tot het type analist van wie je er maar weinig ziet. Voor wie hem niet kent, een korte uiteenzetting. Hij is de auteur van “The Greatest Bull Market in History” (1986) waarin hij een uitgebreide studie laat zien van de wereldeconomie en de financiële markten sinds 1900. Hij werd in 1990 door Equity Magazine uitgeroepen tot “Americas Top Economist”.

Als oprichter van Princeton Economics creëerde hij het zogenaamde ‘Economic Confidence Model’ (ECM), uitgaande van de zogenoemde ‘8.6 year business cycle’. In 1999 werd Armstrong aangeklaagd vanwege fraude. Hij vertoeft al geruime tijd in de gevangenis en schijnt tot 2012 nog te moeten ‘brommen’. Vanuit zijn cel schrijft hij op een ouderwetse typemachine maandelijks enkele rapporten over cycli. Ik ken weinig analisten die zoveel weten van de financiële geschiedenis die tot de Griekse oudheid teruggaat. Zijn rapporten zijn alle zeer de moeite van het lezen waard.

Zijn ‘8.6 year business cycle’ is ook een bijzondere ontdekking. Deze cyclus is gebaseerd op het getal Pi ofwel 3,14159. Armstrong rekende uit hoeveel dagen in een 8,6-jaarscyclus gaan, dat bleken er ongeveer 3141 te zijn, ofwel het getal Pi in 1000-voud. Naar mate hij meer onderzoek deed, werd hij steeds meer bevestigd in het bestaan van een 8,6-jaarscyclus. Maar ook van een 17,2- en een 51,6-jaarscyclus. In schema ziet het ECM er als volgt uit:

Het is in de eerste plaats dus een economisch model, maar soms zijn de berekeningen ook voor de beurzen ‘spot on’. Armstrong wist bijvoorbeeld de top van de Nikkei-index op de dag nauwkeurig te voorspellen. In het schema zien we dat de economie tot in “2011.45” slechter wordt. In 2011.45 wil het deel achter de punt zeggen 0,45 x 365 dagen. Rekenen we dat uit, dan geeft dat 13 juni 2011.

In zijn artikel Staring into the abyss liet Armstrong al zien dat hij niet veel goeds verwacht voor de economie in de komende 9 maanden.

Zijn cyclusconcept past Armstrong op veel zaken toe. In november 2009 schreef hij al een rapport, klik hier, over goud met als titel ‘Gold 00+”. Hij laat in dat rapport zien dat vanuit de bodem in september 1999 een 17,2-jaarscyclus is begonnen waardoor hij verwacht dat goud zal doorstijgen tot in 2016. Recent, klik hier, schreef hij een nieuw rapport waarin hij aangeeft dat goud op dit moment wel eens aan topvorming zou kunnen doen op grond van een 11-jaarscyclus en daarom wat zou kunnen terugvallen. In dit laatste rapport noemt Armstrong enkele data die het onderzoeken waard zijn. Allereerst zegt hij dat een bodem van goud op 22 juni 2011, ‘due on the 2011.47346-target’, zeer bullish zou zijn. Opvallend is dat hij hier niet 2011,45 (13 juni 2011) maar 2011,47346 (22 juni 2011) noemt. Daarover zo meer. Daarnaast zegt hij dat er een ‘major explosive rally into 2016’ komt, ‘where we may see the highest close with a potential intraday high going into Jan/Feb 2017’. Ofwel, zo vertaal ik het, de hoogste koers op jaarbasis in 2016 met een mogelijke tussentijdse (hogere) top in januari/februari 2017.

Met deze cijfers in hand ben ik gaan speuren in mijn eigen Spiral Calendar. The Spiral Calendar, zoals geschreven door Christopher Carolan, laat zien dat toppen en bodems berekend kunnen worden door de wortel te trekken uit een Fibonacci-getal en dat te vermenigvuldigen met het aantal dagen dat de maan erover doet om om de aarde te wentelen. In schema:

De Spiral Calendar van goud heb ik allereerst onderzocht op draaipunten rond 13 of 22 juni 2011. Rond 22 juni 2011 kon ik niets noemenswaardigs ontdekken. Dat was echter anders rond maandag 13 juni 2011, zie hier een overzicht.

Hiertussen staan enkele belangrijke draaipunten vermeld: 17 maart 2008 en 21 juni 2010. De draaipunten die eruit voortvloeien zijn vrijdag 10 juni (2x), dus 1 dag marge ten opzichte van maandag 13 juni. Om een idee te geven wat dit voor draaipunten waren, zie ook de grafiek hieronder, op 14 maart 2008 kwam goud voor de eerste keer boven $ 1000 uit en maakt een top op de 17de. En 21 juni van dit jaar was eveneens een belangrijke top.

Voorts heb ik gekeken naar een draaipunt in januari/februari 2017, zie hier een overzicht dat uit mijn Excel-sheet rolt:

Fascinerend is het om te zien hoe zeer de draaipunten met elkaar samenhangen. De top van goud op 21 januari 1980 op $ 880 vermeldde reeds een draaipunt op 23 maart 2008 (+ 5 handelsdagen ten opzichte van de datum van 17 maart 2008. Tevens vermeldt dit draaipunt een ‘spiral’ op 20 november 2015. Ik heb lange tijd gedacht dat dat een goede kandidaat was voor dé top in de goudmarkt.

Wanneer ik deze datum zelf invoer in de Spiral Calendar, rolt daar de datum van 13 februari 2017 uit. De datum van 17 september 1999 geeft allereerst de top op 21 juni 2010 (zie ook hiervoor) alsmede 13 februari 2017. De belangrijke top op 12 mei 2006 geeft eveneens de top op 21 juni 2010 weer alsook 13 februari 2017. Overigens staat daar ook 4 januari 2013 tussen, door andere berekeningen weet ik dat er rondom de jaarwisseling van 2012/2013 een belangrijk draaipunt in de markt ligt (dit draaipunt zelf wijst overigens ook weer naar 13 februari 2017). En tot slot zien we ook 21 juni 2010 zelf weer verwijzen naar 13 februari 2017. Kijk in de grafiek naar de hiervoor genoemde data.

Kijk ik naar een andere techniek zoals ik die in mijn nieuwsbrief hanteer, te weten de waterstanden van Wall Street, dan zie ik hele lage waterstanden op vrijdag 10 februari en zaterdag 11 februari 2017 (-30 cm):

Heel lage waterstanden betekenen voor de effectenbeurzen doorgaans dat een bodem gemaakt wordt op of rond die datum. De beurzen en de goudmarkten bewegen soms in dezelfde richting en soms in tegengestelde richting. De laatste weken zien we als de beurzen stijgen dat de goudmarkt daalt en omgekeerd. Een bodem op Wall Street op 10/13 februari 2017 kan dus prima samengaan met een top in de goudmarkt op dezelfde datum.

Kortom, de datum van maandag 13 februari 2017 plus of min 1 dag is hoe dan ook een zeer belangrijk draaipunt in de goudmarkt. Armstrong zou dus wel weer eens gelijk kunnen krijgen.

Elmer Hogervorst, weblog.goudtekoop.nl