Aandelen: correctie binnen opgaande trend
De laatste dagen zijn nogal wat beleggers ongerust geworden over de aandelenkoersen. Vooralsnog is er geen reden om echt ongerust te worden. De laatste drie handelsdagen van vorige week waren weer eens als vanouds hectisch. Beleggers werden, en dat is natuurlijk niet nieuw, meteen erg ongerust. Onheilsprofeten die zich maandenlang schuil hadden gehouden, kwamen weer uit hun holen om nieuwe dieptepunten aan te kondigen. Dat doet de gemoedsrust natuurlijk ook geen goed.
Terugkijkend naar de laatste maanden moet ik zeggen dat september en oktober zich fantastisch hebben gehouden. Ik had op meer beweeglijkheid en mogelijk diepere correcties gerekend dan we uiteindelijk hebben gezien. Sterker nog, ik vind dat september en oktober het meer dan goed hebben gedaan, rekening houdend met de voorafgaande zeer krachtige herstelbeweging vanaf maart.
We beleven sinds maart een van de krachtigste en langdurigste koersrallies aller tijden. En als je dan een correctie verwacht – en die komt er vroeg of laat altijd – dan had ik die in september of oktober verwacht. Het was alsof de bears de laatste dagen van oktober alsnog even een aanval wilden doen.
Wie de beurs van een gepaste afstand bekijkt, ziet dat de laatste correctie nog niet echt verontrustend is. De Dow Jones laat nog steeds een patroon van hogere toppen en bodems zien. Het 200-daags Voortschrijdende Gemiddelde is stijgend en we zitten nog steeds boven de stijgende steunlijn.
Iedereen moet zijn analyse bij een weekgrafiek beginnen. Korter inzoomen met dag- of uurgrafieken (of nog korter) kan om betere timingmomenten te vinden, maar we moeten ons tegelijkertijd realiseren dat hoe meer we inzoomen, hoe meer ruis en onrust we over ons heen krijgen. En dat komt de nuchtere analyse vaak niet ten goede.
Zijn er wellicht fundamentele redenen om aan te nemen waarom we fors lagere koersen moeten verwachten? Nou nee, economisch lijkt het ergste achter de rug, al zullen de sceptici er nog op wijzen dat het economisch herstel voornamelijk komt door monetaire en fiscale stimuli. De fundamentele waarderingen zijn oké.
De beurs is na de rally niet goedkoop meer, maar ook nog niet duur. Bijgaande grafiek (bron: Bespoke) liet ik eerder in een column zien en laat de gemiddelde koers-winstverhouding zien van de S&P500-aandelen. De horizontale lijn is het gemiddelde van de laatste jaren, tussen 18 en 19. De laatste rally heeft ons tot aan deze lijn gebracht.
Een veel betere maatstaf voor de waardering van aandelen is het dividendrendement van aandelen te relateren aan het rendement van obligaties. Dit geeft de relatieve waardering van aandelen ten opzichte van obligaties en geeft dus een indicatie over waar de zogeheten intermarketstromen naar toe gaan.
Als het dividendrendement op aandelen relatief laag is en het rendement van obligaties relatief hoog (zoals in de zomer van 2007), dan moet je minder in aandelen beleggen, en vice versa natuurlijk. Bijgaande figuur van J.P. Morgan Asset Management geeft aan dat aandelen nu precies neutraal staan ten opzichte van obligaties.
Hoeven we ons dus geen zorgen maken over aandelen? Dat is een korte vraag die eigenlijk een lang antwoord behoeft. Ik zal het zo kort mogelijk houden, met het gevolg dat ik wat nuances zal missen. Op langere termijn denk ik dat aandelen in de portefeuille moeten zitten. Ze zullen de komende jaren waarschijnlijk hun langjarige verwachte rendementen van zo’n 8 tot 9% wel halen, mogelijk zelfs overtreffen.
Op kortere termijn zal het speelveld bepaald worden door enerzijds beleggers die sinds maart op mooie winsten staan en winst willen nemen en anderzijds door beleggers die tot nu toe de boot hebben gemist en alsnog mee willen doen bij correcties. Na zo’n mooie rally waarbij gemiddeld zo’n 50% koerswinst is geboekt, is het logisch dat koersen wat meer gaan fluctueren.
Een wat diepere correctie richting het 200-daags Voortschrijdende Gemiddelde is een scenario waar we rekening mee kunnen houden. Maar dat is dan wat mij betreft meteen wel het meest negatieve scenario op dit moment. Dat zou een Dow Jones betekenen van rond de 8.600 en een AEX van rond de 265. Zie ook een oude column van me over het nut van het gebruik van het 200-daags Voortschrijdende Gemiddelde: http://www.telegraaf.nl/dft/goeroes/harrygeels/article4115693.ece
Voor dit moment is het belangrijk dat het patroon van hogere toppen en bodems intact blijft. Als dat zo is, hoeft het scenario van een wat diepere correctie richting het 200-daags Voortschrijdende Gemiddelde niet van stal gehaald worden. Dat betekent concreet dat de AEX boven 297 punten moet blijven en de DAX snel boven 5443 punten moet sluiten.
Harry Geels, Inmaxxa
Harry Geels is directeur Research en partner bij INMAXXA met kantoor te Naarden (www.inmaxxa.nl). Daarnaast is hij uitvoerend hoofdredacteur van Technische en Kwantitatieve Analyse (TKA). De informatie in deze opinie is niet bedoeld als individueel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. De standpunten en vooruitzichten van Geels geven zijn mening weer in zijn hoedanigheid als directeur Research.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!