De pers voor en na de big crash van 1929
Voor The Big One in 1929 was het allemaal voorspoed en welvaart. Een crash zou nooit gebeuren en een correctie zou niet lang duren. Ik heb voor u vele persverhalen uit die periode onder elkaar gezet zodat u een idee krijgt van hoe men er toen over dacht en wat er met de Dow Jones gebeurde. Toevallig of niet, net nu zet de Dow Jones, net als in 1927, een record aantal stijgingsdagen na elkaar. Een voorteken? Wat dacht men voor, tijdens en na de crash van 1929?
Ik heb al vaker aangegeven dat de periode die we nu doormaken veel overeenkomsten vertoont met de periode voor de big one in 1929. Men mag denken dat de tijden nu anders zijn en dat men dit niet zal toestaan, maar daar geloof ik niets van. De huidige fase van welvaart is de laatste en hoe men ons ook wijs wil maken dat het allemaal wel goed zit of dat er geen problemen komen: lees dan maar eens wat men voor, tijdens en na de crash allemaal de wereld in stuurde. Veel quotes zult u, denk ik, wel herkennen.
- “We will not have any more crashes in our time“, oftewel in ons tijdperk zal een crash nooit meer voorkomen, zegt John Maynard Keynes, een vooraanstaand econoom, in 1927.
- “Ik kan er niets aan veranderen, maar de roep naar een halt van de voorspoed in dit land lijkt niet te helpen. Dat we leven in fool`s paradise, lijkt me duidelijk, dit moet snel stoppen om een debacle te voorkomen”, stelt E.H.H. Simmons, de president van de New York Stock Exchange, op 12 januari 1928.
- Op diezelfde dag zei Myron E. Forbes, de president van Pierce Arrow Motor Car Co, dat er geen onderbreking zal komen van deze permanente voorspoed.
- Geen enkel Congres van de VS assembleerde ooit tijdens de State of the Union een beter vooruitzicht dan die keer op 4 december 1928. “In het binnenland is er rust en voldoening en we kennen de langste periode van welvaart ooit. In het buitenland is er vrede en is er wederzijds begrip”, meent Calvin Coolidge, de president van de VS tussen 1923 en 1929.
- “”Er mag dan wel een correctie zijn bij de aandelenmarkt, maar niets toont de tekenen van een crash”, volgens Irving Fisher, een leidend econoom uit de VS, in de New York Times op 5 september 1929.
- “De aandelenkoersen bereiken een niveau dat lijkt op een permanent hoog niveau. Ik denk niet dat er vanaf deze stand van de Dow Jones snel 50 tot 60 punten vanaf gaan, zoals veel van de beren willen doen geloven. Ik verwacht de markt eerder hoger binnen enkele maanden”, stelt Irving Fisher, Ph.D. in de economie, op 17 oktober 1929.
- “Deze crash zal niet veel effect hebben op onze business“, volgens Arthur Reynolds, de grote baas -oftewel CEO- van de Continental Illinois Bank of Chicago, op 24 Oktober 1929.
- “Er komt geen herhaling van de zware daling die gisteren plaatsvond. Ik ben zeker niet bang voor een nieuwe zware daling”, meent Arthur W. Loasby, president van Equitable Trust Company, in de New York Times op vrijdag 25 oktober 1929.
- “We voelen ons prettig bij de fundamenten op Wall Street en zien voor de mensen die in staat zijn te investeren, volop kansen rond deze goedkope prijzen van goede aandelen”, zo wordt Goodbody and Company beurscommentaar geciteerd in The New York Times op vrijdag 25 Oktober 1929.
- Dit is de tijd om aandelen te kopen. Dit is de tijd om de woorden van J.P. Morgan te herhalen en om te roepen dat iedereen die bearish is op Amerika en zijn aandelenmarkt, failliet zal gaan. Binnen enkele dagen is het waarschijnlijker dat een bear in paniek raakt dan een bull. Veel van deze lage koersen zijn het resultaat van een historische verkoopgolf en zullen waarschijnlijk nooit meer op de koersenborden verschijnen in vele jaren”, meent marktanalist R.W. McNeal, die dit vertelde in de New York Herald Tribune op 30 oktober 1929.
- “Door nu klinkende namen te kopen kan men geen spijt krijgen” schrijft E.A. Pearce in zijn nieuwsbrief, geciteerd in de New York Herald Tribune op 30 oktober 1929.
- “Enkele zeer intelligente mensen kopen nu aandelen. … Wanneer er geen paniek ontstaat – wat niemand trouwens denkt – hebben de aandelen hun bodem bereikt”, stelt R.W. McNeal, een financieel analist, in oktober 1929.
- “De daling is op de waarde van het papier, niet bij de tastbare goederen en diensten. … Amerika zit nu in het achtste jaar van deze welvaart en commerciële expansie. De vorige periodes van welvaart in Amerika duurden gemiddeld elf jaar. Op basis van dit gegeven hebben we eerst nog drie jaar te gaan voor dat de vrije val kan beginnen”, volgens Stuart Chase (Amerikaans econoom en auteur) in de NY Herald Tribune op 1 november 1929.
- “De hysterie is nu verdwenen op Wall Street”, uit de Times of London op 2 november 1929.
- “Door de Wall Street-crash is het niet zo dat enige problemen gaan ontstaan binnen de zakenwereld, laat staan een depressie. … Al 6 jaar lang laat onze economie zien hoe sterk die is. Zijn energie en veerkracht zal snel weer naar boven komen. … En dat zelfs sterker dan ooit tevoren”, uit Business Week op 2 november 1929.
- “Ondanks zijn kracht geloven wij dat de crash van de aandelenmarkt slechts een tussentijdse correctie is en niet de voorloper van een algemene zakelijke depressie die voor een verdere liquidatie zal zorgen”, volgens Harvard Economic Society (HES) op 2 november 1929.
- “Een echte depressie lijkt niet mogelijk. We verwachten een herstel van de economie volgende lente met een verder herstel in de herfst”, volgens HES op 10 november 1929.
- Het einde van de daling op de beurs zal niet lang meer duren. In het slechtste geval nog enkele dagen”, volgens Irving Fisher, Professor of Economics bij de Yale University, op 14 november 1929.
- “In meeste steden van dit land zal deze paniek op Wall Street geen enkel effect hebben”, volgens Paul Block (President van de Block Newspaper-keten) op 15 november 1929.
- “De financiële storm is definitief gaan liggen”, stuurt Bernard Baruch in een telegram aan Winston Churchill op 15 november 1929.
- “Ik zie niet dat er bij de huidige situatie enig pessimisme ontstaat. … Ik heb er alle vertrouwen in dat er een heropleving komt in de lente en dat ons land tijdens het komende jaar een stevige vooruitgang zal boeken”, volgens Andrew W. Mellon, U.S. Secretary of the Treasury, op 31 december 1929.
- “Ik ben ervan overtuigd dat we uit deze problemen een nieuw en sterker vertrouwen kunnen halen”, stelt Herbert Hoover in december 1929.
- “1930 zal een fantastisch jaar worden”, voorziet U.S. Dept. of Labor bij hun Nieuwjaarsvooruitzicht in december 1929.
- “Voor de nabije toekomst zijn de vooruitzichten voor aandelen zonnig”, volgens Irving Fisher, Ph.D. in Economie, begin jaren ‘30.
- “…er zijn aanwijzingen dat de recente fase van de recessie voorbij is”, volgens Harvard Economic Society (HES) op 18 januari 1930.
- “Er is geen enkele aanleiding om onrustig te worden”, stelt Secretary of the Treasury Andrew Mellon in februari 1930.
- “De lente van 1930 maakt een eind aan de grafstemming. … De Amerikaanse economie komt langzaam weer terug tot een normaal niveau van voorspoed”, volgens Julius Barnes, hoofd van Hoover’s National Business Survey Conference, op 16 maart 1930.
- “…de vooruitzichten blijven rooskleurig”, volgens HES op 29 maart 1930.
- “…de vooruitzichten zijn gunstig”, stelt HES op 19 april 1930.
- “Nadat de crash nu zes maanden geleden plaatsvond en we het nodige over ons heen hebben gekregen, ben ik ervan overtuigd dat we het slechtste achter de rug hebben. En door nu de krachten te bundelen, zullen we een sterk herstel krijgen. Er zijn geen problemen bij de banken en de industrie. Dit gevaar ligt nu veilig achter ons”, stelt Herbert Hoover, de toenmalige president van de VS op 1 mei 1930.
- “In mei of juni zou het lenteherstel dat we voorzagen in onze brieven van december en november echt tot uiting moeten komen”, volgens HES op 17 mei 1930.
- “Mensen, jullie komen 60 dagen te laat, de depressie is over”, zei President Herbert Hoover toen hij antwoordde aan een delegatie die vroeg om een publiek werkprogramma op te zetten om zo te helpen het herstel te bevorderen, in juni 1930.
- “Onregelmatige en tegenstrijdige bewegingen op zakelijk gebied zouden spoedig de weg vrij moeten kunnen maken voor herstel”, volgens HES 28 juni 1930.
- “De huidige depressie probeert alles eruit te halen wat in jaren werd opgebouwd” meent HES 30 augustus 1930.
- “We zitten nu dicht bij het eind van de dalende fase van de depressie”, stelt HES op 15 november 1930.
- “Stabilisatie rond de huidige niveaus is goed mogelijk”, stelt opnieuw HES op 31 oktober 1931.
- “Alle kluisjes bij banken of financiële instituten zijn verzegeld en mogen enkel open worden gemaakt in bijzijn van een beambte van de I.R.S. (belastingsdienst)”, verkondigt president F.D. Roosevelt, 1933.
Zo ziet u maar hoe de overheden, instanties en economen er alles aan doen om de massa voor zich te winnen. Toch is het zo dat als de markt jarenlang in een overdrijvingsfase zit, deze hoe dan ook terug naar af moet, om de zaken opnieuw realistisch te maken. Daarom vergelijk ik de huidige aanloop met die van de jaren ‘20 tot de crash zich in 1929 openbaarde met alle gevolgen van dien. Ook nu horen we overal positieve geluiden, ook nu bulkt (of lijkt men te bulken) van het geld en dat is nooit goed. Het kan niet zo zijn dat er aan de ene kant enorme schulden zijn terwijl er aan de andere kant enorme overschotten zijn. Het één zal het andere moeten gladstrijken op termijn.
Dan nog de recente recordrace en langste bullrun sinds 1927. Hieronder ziet u nog een samenvatting van de sterke periode en een vergelijk met meerdere periodes die opvallend sterk waren.
Dat het lang kan duren, weet ik ook wel. Maar des te langer het duurt des te groter de schade zal worden. Na de welvaart van nu zal er helaas een periode van depressie volgen. We zullen zien.
Guy Boscart, US Markets
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!