Japan is a dog…but every dog has its day
Japan is a dog…but every dog has its day
Van de veertig grootste aandelenbeurzen ter wereld heeft Japan het slechtst gepresteerd in 2009. Vele verhandelingen zijn geschreven over de “lost decade”, de periode van 1989 tot en met 2000, waarin de economie geplaagd werd door recessie en deflatie en waarin de Nikkei index daalde van 40.000 naar 20.000 punten. Inmiddels kunnen de titels worden herschreven in “the two lost decades”, want 20 jaar na de all time high van de Nikkei staan we nu op 10.000 punten en kampt de Japanse economie nog steeds met deflatie en een ondermaatse groei. En met deze gegevens staat de hele theorie dat aandelen op lange termijn een hoger rendement opleveren dan bijvoorbeeld spaargeld ter discussie.
Desondanks leeft de Japanse beurs eens in de zoveel tijd op en ontstaan er behoorlijke rallies. In 1999 steeg de Nikkei bijna 40% en in 2003 en 2005 bedroeg het jaarresultaat van de Nikkei respectievelijk 25% en 40%.
De momenten dat de Japanse beurs het erg goed doet, vallen samen met het aantrekken van de wereldeconomie. Dit komt door de afhankelijkheid van de export naar met name de ontwikkelde landen.
In een notendop werkt het voor Japan als volgt: wereldeconomie trekt aan – exporteurs profiteren en maken meer winst – de beurs stijgt – maar grondstofprijzen stijgen ook – om de marges op peil te houden, worden de lonen gedrukt – de gemiddelde Japanner profiteert dus niet – binnenlandse vraag blijft daardoor slap – deflatie blijft aanhouden – waardoor de rente dicht bij 0% blijft.
Daarnaast is de koers van de yen natuurlijk erg belangrijk. Hoe lager de yen des te beter voor de export. De lage rente heeft de yen lange tijd relatief zwak gehouden ten opzichte van de dollar. Maar omdat de rente in de VS door de crisis ook is verlaagd naar zo goed als nul procent, is de dollar sterk gedaald ten opzichte van de yen. In 2009 bereikte de yen een 14-jaars hoogtepunt ten opzichte van de dollar, wat een van de oorzaken is geweest van de achterblijvende Japanse beurs.
Voor 2010 lijken de kansen gunstiger. In de bijgevoegde grafiek is de Goldman Sachs Global Leading Indicator afgebeeld (blauwe lijn). Deze indicator is gebaseerd op macro-economische data die, zoals de naam al doet vermoeden, een vroeg signaal geven voor het aantrekken van de wereldeconomie. De recente stijging van de indicator is een voorbode van het aantrekken van de daarmee gecorreleerde Japanse export (zwarte lijn).
In het scenario dat de wereldeconomie verder aantrekt in 2010, zal er in veel landen uitzicht ontstaan op inflatie en zullen overheden wereldwijd stimuleringsmaatregelen terugdraaien en centrale banken de rentes gaan verhogen. Gezien de hardnekkige deflatie zal in Japan de rente niet worden verhoogd. Het renteverschil dat daardoor weer met bijvoorbeeld de VS ontstaat, zal positief voor Japan kunnen uitpakken, omdat de dollar dan weer zal stijgen ten opzichte van de yen, wat de Japanse export de wind in de rug geeft.
Deze verwachting van een zwakkere yen wordt ondersteund, doordat de centrale bank van Japan (BoJ) het middel van kwantitatieve monetaire verruiming weer uit de kast heeft gehaald. Deze tactiek was in 2006 stopgezet, toen de economie daarvoor sterk genoeg leek. In de eerste week van december heeft de BoJ een kredietprogramma gelanceerd, waarin commerciële banken tegen 0,1% kort geld kunnen lenen, waarbij staats- en bedrijfsobligaties als onderpand worden geaccepteerd. Op deze manier wordt er geld in de economie gepompt.
Een andere aandrijver voor een mogelijk Japans beursherstel in 2010 is het beleid van de nieuwe regering. Bij het aantreden in van de nieuwe regering in september 2009 heeft de nieuwe premier Hatoyama een gedeelte van het stimuleringspakket van zijn voorganger bevroren, omdat hij vond dat het geld in onzinnige publieke werken werd geïnvesteerd. In plaats daarvan moeten juist de consumenten er in koopkracht op vooruit gaan. In december 2009 is daarom een nieuw stimuleringspakket gelanceerd ter waarde van $ 81 miljard. Ondertussen heeft de stimulering een vertraging opgelopen in vergelijking met andere landen en zullen de effecten pas in 2010 zichtbaar worden.
Tot slot zit iedereen en zijn oma onderwogen in Japan. Tot nu toe terecht, maar als de Japanse export aantrekt, kan dit leiden tot instroom van geld van buitenlandse beleggers die de achterbleven aandelen willen oppikken. Al is het maar om de weging naar neutraal te brengen.
Marco Balk, Intereffektfunds
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!