De belangrijkste gevolgen van inflatie

Inflatie aan de hand van geld en aardappels

De term inflatie vliegt ons de laatste tijd om de oren. Maar wat is inflatie? En wat zijn de belangrijkste gevolgen van hoge inflatie?

Wat is inflatie?

Inflatie is een economische term. Het beschrijft de aanhoudende stijging van de prijzen van goederen en diensten binnen een bepaalde periode. Voor sommigen betekent inflatie een worstelende economie, terwijl anderen het zien als een teken van een bloeiende economie. Inflatie heeft zowel goede als slechte gevolgen.

De koopkracht daalt

Allereerst daalt de koopdracht bij inflatie. Koopkracht geeft aan wat een huishouden kan kopen met het beschikbare inkomen. Onder het beschikbare inkomen vallen bijvoorbeeld loon, uitkeringen, pensioen, winst en rente. De koopkracht van het beschikbare inkomen wordt verrekend met de inflatie. Wanneer een huishouden geld overhoudt na de aftrek van gebruikelijk uitgaven, is er sprake van koopkrachtstijging. Als goederen en diensten duurder worden waardoor een huishouden geld tekort komt, is er sprake van koopkrachtdaling.

Bij inflatie daalt de koopkracht. Met andere woorden betekent dit dat er bijvoorbeeld minder broden kunnen worden gekocht van tien euro dan eerst. Inflatie vereist dat prijzen stijgen over een “mandje” van goederen en diensten, zoals degene die de meest gebruikelijke maatstaf voor prijsveranderingen omvat. We spreken in dit verband over de consumentenprijsindex (CPI).

Wanneer de prijzen van goederen die niet naar eigen inzicht en onmogelijk te vervangen zijn stijgen, kunnen ze op zichzelf de inflatie beïnvloeden. Denk hierbij aan voedsel en brandstof. Om deze reden schrappen economen vaak voedsel en brandstof van het lijstje met producten die de inflatie bepalen.

Aanmoediging van uitgaven en investeringen

Een voorspelbare reactie op een dalende koopkracht is om nu te kopen in plaats van later. Contant geld verliest alleen waarde, dus is het goed om spullen in te slaan die waarschijnlijk niet aan waarde zullen verliezen. Voor consumenten betekent dat bijvoorbeeld het vullen van de benzinetank en het kopen van schoenen in de volgende maat voor de kinderen.

Bedrijven zouden bijvoorbeeld kapitaalinvesteringen kunnen doen die onder andere mogelijkheden kunnen worden uitgesteld. Denk aan het kopen van goud en andere edelmetalen wanneer de inflatie toeslaat. Deze activa hebben echter een hoge volatiliteit, wat betekent dat de beweeglijkheid erg groot is. Dit kan de voordelen van zo’n investering tegen prijsstijgingen tenietdoen, vooral op korte termijn.

Op de lange termijn behoren aandelen tot de beste indekking tegen inflatie. Op 12 december 1980 kostte een aandeel van Apple Inc. (AAPL) $29 in huidige (niet voor inflatie gecorrigeerde) dollars. Volgens Yahoo Finance zou dat aandeel bij het slot van de handel op de beurs van Wall Street op 13 februari 2018 $7.035,01 waard zijn. Dit is na correctie voor dividenden en aandelensplitsingen. Natuurlijk zou niet elk aandeel even goed hebben gepresteerd als Apple. Maar het is zeker de moeite waard om te kijken naar het kopen van aandelen.

Inflatie veroorzaakt meer inflatie

Wanneer mensen meer gaan consumeren en investeren omdat de inflatie stijgt, kan dit zorgen voor extra inflatie. Hierdoor ontstaat mogelijk een catastrofale vicieuze cirkel. Consumenten en bedrijven spenderen hun geld omdat het minder waard wordt als ze het vasthouden. Hierdoor wordt de economie overspoeld met contanten die niemand echt wil. Het aanbod overtreft dan dus de vraag, waardoor de prijs van geld steeds sneller daalt.

Als dit proces doorzet, worden mensen wanhopig zich te ontdoen van hun geld. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot het veelvuldig inslaan van levensnoodzakelijke producten en huishoudelijke artikelen. Dit zogenoemde hamsteren zorgt voor lege schappen in de supermarkt. Wanneer deze extreme stijging van inflatie doorzet, wordt dit hyperinflatie genoemd.

De kosten van leningen stijgen

Vanwege deze mogelijkheid op hyperinflatie, hebben individuele staten een sterke prikkel om prijsstijgingen onder controle te houden. In de VS is de afgelopen eeuw de aanpak geweest om de inflatie te beheersen door middel van monetair beleid. Om dit te doen, vertrouwt de Federal Reserve (de Amerikaanse centrale bank) op de relatie tussen inflatie en rentetarieven.

Als de rentetarieven laag zijn, kunnen bedrijven en particulieren goedkoop lenen. Met dit geld kunnen ze bijvoorbeeld een bedrijf starten, een diploma halen, nieuwe werknemers aannemen of een mooie nieuwe boot kopen. Lage rentetarieven moedigen dus uitgaven en investeringen aan, wat over het algemeen weer inflatie aanwakkert.

Door de rentetarieven te verhogen, kunnen centrale banken een domper zetten op deze losgelaten koopzucht. Hierdoor wordt het plots een beter idee om geld op de bank te zetten, waar het rente kan opbrengen. Als er niet zo veel contant geld rondslingert, wordt geld schaarser. Die schaarste verhoogt vervolgens de waarde ervan. Banken willen echter niet dat geld letterlijk waardevoller wordt, aangezien ze net zo bang zijn voor deflatie als voor hyperinflatie. Daarom trekken ze de rentetarieven omhoog om de inflatie dicht bij een streefpercentage te houden. Dit streefpercentage is doorgaans 2% in ontwikkelde economieën en 3% tot 4% in opkomende economieën.

Er kan ook nog op een andere manier naar de rol van centrale banken worden gekeken wanneer het gaat om het beheersen van inflatie. Dit is het in de gaten houden van de evolutie van de geldhoeveelheid. Als de hoeveelheid geld sneller groeit dan de economie, zal het geld waardeloos worden en zal inflatie volgen. Als centrale banken de rente willen verhogen, kunnen ze overheidseffecten verkopen en het geld dat die verkopen oplevert uit de markt halen. Naarmate de geldhoeveelheid afneemt, neemt ook de inflatie af.

De kosten van leningen dalen

Als er geen centrale bank is, zal inflatie over het algemeen de financieringskosten verlagen. Dit is ook het geval als de centrale bankiers afhankelijk zijn van gekozen politici die hun wil willen doordrukken. Stel dat u $1.000 leent tegen een jaarlijkse rente van 5%. Als de inflatie 10% is, neemt de werkelijke waarde van de schuld sneller af dan de gecombineerde rente en hoofdsom die u aflost. Als de schuldenlast van de huishoudens hoog is, vinden politici het electoraal winstgevend om geld te drukken. Hierdoor wordt inflatie aangewakkerd en de verplichtingen van de kiezers verlaagd.

Subjectief gezien zijn ze minder geld verschuldigd. Als de overheid zelf een zware schuldenlast heeft, is de prikkel voor politici nog hoger om geld te drukken en het te gebruiken om schulden af te betalen. Als inflatie het gevolg is, dan is dat maar zo. De voorliefde van politici voor inflatie kan soms nadelige gevolgen hebben. Daarom zijn sommige landen ervan overtuigd dat de fiscale en monetaire beleidsvorming door onafhankelijke centrale banken moet worden uitgevoerd.

De Fed heeft een wettelijk mandaat om te streven naar maximale werkgelegenheid en stabiele prijzen. Echter heeft de Fed geen groen licht van het congres of de president nodig om haar tariefbeslissingen te nemen. Dit betekent niet dat de Fed altijd volledig de vrije hand heeft gehad bij het maken van beleid. Voormalig president van de Fed van Minneapolis, Narayana Kocherlakota, schreef in 2016 dat de onafhankelijkheid van de Fed een ontwikkeling is die pas na 1979 zichtbaar werd. Deze onafhankelijkheid berust grotendeels op de terughoudendheid van de Amerikaanse president om in te grijpen op de rentemarkt.

Minder werkloosheid door inflatie

Er zijn aanwijzingen dat inflatie de werkloosheid kan doen dalen. Lonen worden meestal in traag tempo verhoogd of verlaagd, wat betekent dat ze langzaam veranderen als reactie op economische verschuivingen. John Maynard Keynes theoretiseerde dat de Grote Depressie gedeeltelijk het gevolg was van een aanhoudende neerwaartse trend bij de lonen. De werkloosheid liep op omdat arbeiders zich verzetten tegen loonsverlagingen en in plaats daarvan werden ontslagen.

Hetzelfde fenomeen kan ook omgekeerd werken: een trage stijging van de lonen betekent dat zodra de inflatie een bepaald niveau bereikt de werkelijke loonkosten van werkgevers dalen. Hierdoor kunnen ze meer werknemers aannemen. Die hypothese lijkt de omgekeerde correlatie tussen werkloosheid en inflatie te verklaren – een relatie die bekend staat als de Phillipscurve – maar een meer gebruikelijke verklaring legt meer de nadruk op werkloosheid.

Naarmate de werkloosheid daalt, zo luidt de theorie, worden werkgevers gedwongen meer te betalen voor werknemers met de vaardigheden die ze nodig hebben. Naarmate de lonen stijgen, neemt ook de koopkracht van de consument toe. Hierdoor warmt de economie op en wordt de inflatie aangewakkerd; dit model staat bekend als cost-push inflatie.

Bevordering van de economische groei

Tenzij er een oplettende centrale bank aanwezig is om de rente op te drijven, ontmoedigt inflatie sparen. Dit komt omdat de koopdracht in de loop van de tijd afneemt. Dat vooruitzicht geeft consumenten en bedrijven een prikkel om te besteden of te investeren. Althans op korte termijn leidt de impuls aan bestedingen en investeringen tot economische groei.

Evenzo impliceert de negatieve correlatie van inflatie met werkloosheid een neiging om meer mensen aan het werk te zetten. Hierdoor wordt de groei gestimuleerd. Dit effect is het meest opvallend in zijn afwezigheid. Vanaf 2016 waren de centrale banken in de ontwikkelde wereld eigenlijk niet in staat inflatie of economische groei tot een gezond niveau te brengen. Het verlagen van de rentetarieven tot nul en lager leek niet te werken.

Evenmin gebeurde het kopen van biljoenen dollars aan obligaties in een oefening van geldcreatie die bekend staat als kwantitatieve versoepeling. Dit raadsel herinnerde aan Keynes liquiditeitsval. Hierin wordt het vermogen van centrale banken om groei te stimuleren door de geldhoeveelheid (liquiditeit) te vergroten ondoeltreffend gemaakt door het oppotten van contanten. Wat zelf het resultaat is van de risicoaversie van economische actoren in de nasleep van een financiële crisis.

Liquiditeitsvallen veroorzaken desinflatie, zo niet deflatie. In deze omgeving werd gematigde inflatie gezien als een wenselijke groeimotor. Hierdoor verwelkomden de markten dan ook de stijging van de inflatieverwachtingen als gevolg van de verkiezing van Donald Trump. In februari 2018 vond echter een uitverkoop plaats op de financiële markten uit vrees dat inflatie zou leiden tot een snelle stijging van de rentetarieven.

De veranderende prijs van valuta’s

Hoge inflatie wordt meestal geassocieerd met lagere valutakoersen, hoewel over het algemeen zwakkere valuta tot inflatie leidt en niet andersom. Economieën die aanzienlijke hoeveelheden goederen en diensten importeren – wat tegenwoordig zowat elke economie doet – moeten meer betalen voor deze invoer in termen van lokale valuta wanneer hun valuta daalt ten opzichte van die van hun handelspartners.

Stel dat de valuta van land X 10% daalt ten opzichte van de valuta van land Y. Laatstgenoemde hoeft de prijs van zijn producten die het naar land X exporteert niet te verhogen omdat ze land X 10% meer zouden kosten, alleen al de zwakkere wisselkoers veroorzaakt dat effect. Vermenigvuldig de kostenstijgingen over voldoende handelspartners die voldoende producten verkopen en het resultaat is inflatie voor de hele economie in land X.

Maar nogmaals, inflatie kan het ene of het tegenovergestelde doen, afhankelijk van de context. Als je de meeste volatiele delen van de wereldeconomie weghaalt, lijkt het volkomen redelijk te veronderstellen dat stijgende prijzen tot een zwakkere valuta leiden. In de nasleep van de verkiezingsoverwinning van Trump zorgden de stijgende inflatieverwachtingen er echter voor dat de dollar enkele maandenlang in koers steeg. De reden was dat de rentetarieven over de hele wereld verschrikkelijk laag waren – vrijwel zeker de laagste die ze ooit zijn geweest in de geschiedenis van de mensheid – waardoor markten elke kans aangrepen om een beetje rendement te realiseren.

 

De Ultieme Beleggersgids Bundel van Beleggen.com

SPECIAAL VOOR STARTERS EN ZELFSTANDIGE BELEGGERS

meer in 7 handleidingen en gratis online training!

+ NIEUW e-book: “Expert kansen voor 2021”

Download nu gratis op https://www.30aandelen.nl/ubg

 

Harm van Wijk

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.